I.
Dit is mijn poging de regie over het verhaal terug te winnen.
Maanden geleden zocht ik op de markt naar geschikte stoffen. Een parachute is licht, stevig en, in mijn geval, goedkoop. Omdat ik bang was dat ik de vierkante meters die naast mijn potloodschets genoteerd stonden verkeerd berekend had, kocht ik het dubbele van wat ik wist nodig te hebben. Met de twee volle tassen reisde ik naar mijn moeder. Ik zou niet weten hoe je een band plakt, een gat in een broek dichtnaait of een parachute maakt. Ik lijk niet geschikt om te leren.
We kozen voor een rechthoekige parachute. Ik knipte de stof in lange stroken, die mijn moeder vervolgens weer aan elkaar naaide, maar dan met lussen ertussen die ze van gordijnband had gemaakt. Aan die lussen knoopten we touwen. Met dubbele achtknopen. Gevonden op YouTube. Naarmate het later werd, werd mijn moeders gezicht blauwer, haar ogen rimpeliger, en ik durfde te zweren dat haar polsen opzwollen. Op sommige momenten dacht ik: ik maak haar ziek. Als het op mijn broer en mij aankomt, voelt mijn moeder haar grenzen niet aan, zoals een kind niet begrijpt dat het moe is. Daarom is het onze schuld als onze ouders ongelukkig of ongezond zijn: het zijn kinderen die hun ouders naar bed moeten dwingen, ook als ze tegenstribbelen, maar we zijn egoïstisch.
Door mijn ouders heb ik lang gedacht: mensen, alle mensen, helpen elkaar waar ze kunnen en er zit niets achter. Toen gebeurden er dingen waardoor ik begon te wankelen en nu weet ik het niet meer. Ik wil de mensen geloven op hun woord. Dus ik geloof ze, zelfs al hebben ze het verzonnen.
II.
Of:
Zijn naam is Robert Capa, hij was een wereldberoemde oorlogsfotograaf die vanuit Amerika naar Europa was gereisd om de oorlogen vast te leggen. Capa maakte tijdens de Spaanse burgeroorlog een foto waarop een Republikeinse soldaat net op het moment dat de foto geschoten werd, door de vijand beschoten werd. Iedereen die achttien dagen later het Franse tijdschrift VU opensloeg, zag hoe de torso (of het hoofd) van anarchist Federico Borrell García de kogel opving, dat hij ineen dook, zijn benen slap werden, het hele lijf naar de grond zeilde, een man stierf. Capa noemde de foto destijds: 'Loyalist Militiaman at the Moment of Death, Cerro Muriano, September 5, 1936'. Het werd de belangrijkste oorlogsfoto aller tijden genoemd en kwam bekend te staan als 'The Falling Soldier'.
III.
Of:
Zijn naam is Robert Capa, wereldberoemde oorlogsfotograaf die vanuit Amerika naar Europa was gereisd om de oorlogen vast te leggen. In Spanje maakte hij de iconische foto 'The Falling Soldier'. De mensen wilden weten: 'Hoe doe je dat toch?' Dan zei hij: 'Zijn je foto's niet goed genoeg, dan sta je niet dichtbij genoeg.'
In 1954 stierf Capa in Vietnam. Hij fotografeerde een oorlog en ging op een landmijn staan. Weer een hele tijd later, rond 1975, ontstonden er twijfels over de authenticiteit van die superberoemde foto. Terwijl Capa zei dat de foto genomen werd aan het front bij Cerro Muriano, konden de onderzoekers die naar de locatie waren afgereisd de foto niet rijmen met de omgeving aldaar. Nog weer later herkende een historicus het gefotografeerde landschap als het land in de buurt van zijn dorp. Hij woonde in Espejo, bijna vijftig kilometer verwijderd van Cerro Muriano. Een journalist legde de foto over de werkelijkheid. Hij keek en knikte: ja.
Flexibele mensen zullen nu zeggen: misschien is het sterven van de soldaat niet op dat moment gebeurd, niet precies daar, en ook niet in het bijzijn van Robert Capa, maar er stierven soldaten bij de vleet, dus zien we nog steeds de werkelijkheid.
De foto was een standbeeld dat niemand omver durfde te werpen.
IV.
Het was ondertussen ver na middernacht en mijn moeder en ik waren nog niet klaar met de parachute. Het parachutezeil was af en de parachutelijnen hadden we via de lussen aan het zeil bevestigd. Het andere uiteinde van de touwen wikkelden we om de schouderbanden van een oude rugzak en knoopten ze met slordige dubbele achten vast. Het mocht moeite kosten en het mocht zwaar zijn. Beweging was echt. Ik vouwde de parachute zo klein mogelijk op, stopte het bundeltje in de rugzak, duwde de touwen er zo goed als kon tussen. Het paste precies.
V.
Of:
1934.
Twee joden, de Hongaar Andrei Friedmann en de Duitse Gerta Pohorylle, werden opgejaagd door het groeiende antisemitisme. Ze verlieten allebei hun thuisland en kwamen elkaar tegen in Parijs, omdat Andrei een vriendin van Gerta fotografeerde. Gerta was met haar vriendin meegekomen die dag en de twee werden verliefd.
Hun joodse achtergrond maakte het lastig om klussen te vinden. Daarom verzonnen ze de Amerikaans klinkende naam Robert Capa en het aantrekkelijke levensverhaal dat bij hem hoorde: Capa was een beroemde Amerikaanse fotograaf die naar Europa was gereisd om de oorlogen vast te leggen. Hij was een lastig te bereiken man, druk druk druk, wilde alleen communiceren via de bescheiden Andrei, die ook zijn foto's voor hem ontwikkelde. Zijn charmante agente Gerda Taro (eigenlijk Gerta) onderhield het contact met de tijdschriften en kranten aan wie ze Capa's foto's verkochten. Als het niet gelukt was een goed beeld te schieten, verontschuldigden ze zich bij de opdrachtgever door te zeggen dat de beroemde Capa druk was geweest met een andere klus of achter de vrouwen aan was gegaan.
Een tijd lang ging dit goed. De Parijse redacties waren geïntrigeerd door de mysterieuze fotograaf die ze nooit te zien kregen. Door samenloop van omstandigheden kwam de leugen uit: Andrei Friedmann was op locatie aan het fotograferen toen de opdrachtgever een paar meter verderop stond toe te kijken en dacht: wat doet die assistent hier?
Na die onthulling besloot Friedmann zelf door het leven te gaan als Robert Capa. Hij schoot in Spanje de iconische foto die jullie allemaal kennen. Gerda Taro was erbij, die dag in Cerro Muriano of Espejo. Ze was de eerste vrouwelijke oorlogsfotograaf die overleed terwijl ze haar werk deed: aangereden door een tank. Capa en Taro waren hecht, maar hij sprak zelden over haar. Misschien nog wel het grootste bewijs van zijn liefde: dat hij haar niet gebruikte als een anekdote om het publiek te vermaken.
In de winter van 2007 werden drie kartonnen dozen met negatieven afgeleverd bij het International Center of Photography in New York, met daarin 4.500 negatieven van de Spaanse burgeroorlog, afkomstig van de fototoestellen van Robert Capa, Gerda Taro en David Seymour. Foto's die sinds 1939 verloren werden gewaand. Bij Capa's negatieven ontbrak 'The Falling Soldier', terwijl er wel andere foto's tussen zaten die genomen waren op dezelfde plek en in dezelfde periode. In 2013 maakten Japanse documentairemakers een computeranalyse van 'The Falling Soldier'. In hun documentaire kwamen ze met de volgende theorie: niet Robert Capa had de foto genomen, maar Gerda Taro, die toen nog leefde, en het schijnbare slachtoffer trad niet zijn dood tegemoet, maar verloor zijn evenwicht tijdens een oefening.
VI.
Terwijl Capa elke dag een dag langer Capa was, vroeg ik me af waar de waarheid zich bevond en of die verschoof. In wie de oorsprong lag van de persoonlijkheid die het publiek had leren kennen: in Andrei Friedmann of Robert Capa. Ik bedoel: of Capa zich gelijk meer Capa waande dan dat hij zich ooit Friedmann heeft gevoeld. Je kunt ook van mening zijn dat de waarheid of herkomst er niet toe doet, want er zijn mensen die zeggen dat je iets wordt door te doen alsof je het al bent. Zoals de zes weken die nodig zijn om een oude gewoonte te vervangen door een nieuwe. Na die zes weken is de eerst nog onnatuurlijke handeling de waarheid geworden.
Maanden geleden liep ik naar de markt omdat ik Capa's memoires 'Slightly Out Of Focus' had gelezen. Een boek vol sterke anekdotes over de jaren die hij doorbracht op de legerbases, in public relations headquarters, en aan het front van de Tweede Wereldoorlog. Hij was toen al gewend aan de roem. Hij gedroeg zich charmant en nonchalant, ging slordig met opdrachtgevers om, liet zich meevoeren door de wind. Tegen het einde van het boek, het einde van de oorlog, trof ik twee foto's die me beide onrealistisch voorkomen. Op de eerste zie je wel honderd parachutisten door de lucht zeilen. Operation Varsity, 24 maart 1945. In een tijdsbestek van een paar uur dropten honderden vliegtuigen samen achttienduizend soldaten rondom het Diersfordter Wald. De foto ernaast heet 'Paratrooper Caught In A Tree'. Een van vele parachutisten die in de loop van die ochtend in een boom moet zijn geland. De parachute ligt keurig over de boomtoppen heen gedrapeerd, als een hand die op het punt staat zich om een vrucht te sluiten. De lijnen die van de parachute naar de soldaat leiden, zijn als de touwen die van de vingers van de poppenspeler naar de marionet lopen. Ik weet niet of de soldaat dood is, maar hij hangt erbij als zo'n pop. Een sterke wind zou hier een theaterspel van kunnen maken. Vanaf dat moment vroeg ik me af: kun je doen alsof je in een boom bent geland? Had Capa een geschiedenis geregisseerd die tegelijkertijd elders echt gebeurde?
VII.
Via Google Maps zocht ik naar een weide met vrijstaande bomen. Ik vond er een, fietste ernaartoe en koos een boom met voldoende takken om langs omhoog te klimmen. Met in mijn rugzak twintig vierkante meter doek, achttien lussen, achttien touwen van tweeënhalve meter, dat is vijfenveertig meter touw, en zesendertig dubbele achtknopen, klom ik van tak naar tak. Het voelde gevaarlijk hoog, maar in werkelijkheid was het dat nauwelijks. Mijn ogen waren anderhalve meter hoger geklommen dan mijn voeten. Als ik viel, dan viel ik anderhalve meter minder ver naar beneden dan mijn hersenen hadden berekend (daarom altijd je eigen berekeningen in twijfel trekken, twee keer zoveel stof kopen). Ik kon wel zeggen en weten dat het meeviel, maar toch, dat voelen bleef. Je weet iets en je voelt iets, die twee lopen zelden synchroon zoals ik vroeger met mijn moeder synchroon over straat liep: allebei tegelijk de linkervoet, dan de rechter. Ik grote stappen, zij kleine. Ik wil één verhaal en alleen om die reden wil ik de waarheid. Ik wil dat alle mensen in de wereld synchroon lopen.
Ik spreidde de parachute uit over de takken. Het was onhandig hoeveel takken er waren en er vielen bladerkruimels in mijn ogen. Daarna klom ik naar beneden tot de parachutelijnen strak stonden. Daar ging ik hangen. Ik hing. Geland in een boom, mijn voeten een paar centimeter boven de grond. Ik vroeg me af of ik opnieuw moest beginnen of dat ik dit detail van het verhaal mocht verzwijgen. Ik voelde de rugzak scheuren en greep een tak vlak boven mijn hoofd. Ik had het plan uitgevoerd, ik was in de boom geklommen om te doen alsof ik erin was geland, eruit was gevallen, hoe je het vallen ook wil zien, erin of eruit, en het had nooit zo gebeurd kunnen zijn in een echt leven maar ik had wel echt gehangen. Ik keek naar mijn voeten, het gras, en dacht: dit is geen geloofwaardige geschiedschrijving.
Daarna zeiden vrienden: kun je het niet bij die eerste poging laten?
Ik zei: nee, dat klopt niet, dat is niet mijn verhaal.
Ik moest oefenen. Met een echte parachute. In het Diersfordter Wald. In de juiste boom. Het zou misschien wel maanden duren voordat ik het allemaal voor elkaar had. Het verhaal onder controle had.
VIII
De naam Capa is niet uit de lucht komen vallen. Het Hongaarse 'cápa' betekent in het engels 'shark', of hier dus 'haai'. Het schijnt dat cápa is hoe de nog jonge Andrei werd genoemd op straat in Hongarije. Het is altijd zijn naam geweest.
Op 29 juni 2018 won Selin Kuşçu, van de afdeling Beeld & Taal van de Gerrit Rietveld Academie, met 'Paratrooper caught in a tree' de prijs voor het beste afstudeerproject van een Nederlandse of Vlaamse schrijfopleiding. Deze tekst is een fragment uit haar afstudeerwerk. De uitreiking was een onderdeel van literatuurfestival Nieuwe Types van De Nieuwe Oost | Wintertuin en vond voor de vierde keer plaats.
De onafhankelijke jury werd gevormd door Radna Fabias (dichter), Persis Bekkering (recensent en schrijver), Fabienne Rachmadiev (De Gids) en Ellen Van Tichelt (deBuren).