Ter gelegenheid van De Gids over Herman Franke die het genre van de notuul uitvond - zie zijn bundel ‘Notulen’ - schreef een aantal (oud-)studenten van de Rietveld Academie eigen notulen voor De Internet Gids.
Het enige dat hij nog heeft in zijn geboortedorp is de tandarts. Na de halfjaarlijkse controle is zijn dag verder leeg. Hij wandelt langs eengezinswoningen, vernieuwde bejaardenflats en snackbar de Taveerne waar affiches hangen met de laatste evenementen. Hij herinnert zich het tijdschrift dat hij als tiener verstopte onder een los stuk vloerbedekking. Kleurenfoto’s met airbrush, spoilers en openliggende motorblokken. De bikinimodellen leidden hem zelden af. Hij besluit op het dorpsplein de streekbus te pakken tot midden op de hei. Daar zit de campingsportspeciaalzaak met op de parkeerplaats de Autoshow Noord-Limburg.
De wereld van het cartunen heeft sinds zijn puberteit niet stilgestaan. Verlaagde carrosserieën schrapen over het wegdek tot de vonken er vanaf spatten. Hij koopt een hotdog met gebakken uitjes. De mannen en vrouwen op de show hebben hun wagens speciaal om niet in te rijden: als vervoermiddel moeten ze zelf worden vervoerd. Op een podium midden op het terrein dansen drie meisjes langs elkaar heen. Een stem kondigt de bikiniwedstrijd aan. Hij zou zweren dat de rode bikini bij hem in de klas zat.
Een dikke man op zijn knieën poetst een Chevy die van top tot teen glanst en vraagt ondertussen of hij de 32 stappen kent om zijn lak te coaten. Hij heeft niet eens een auto. Een streep zigzagt over de zijkant van de Chevy en vormt aan de voorkant het silhouet van een vurig paard. De pickup ernaast draagt roze vlammen. Hij loopt eromheen. Een symmetrische vuurzee schittert op de motorkap in alle kleuren van de regenboog. De vele variaties getekende vlammen vervelen hem nooit. Op een gravure zag hij eens hoog in de wolken een rijtuig met een spoor van vlammen.
'Ritje maken?'
Het portier van de pickup zwaait open. Hij knikt en stapt in. Zijn overhemd voelt overdreven netjes. Ze rijden. Stapvoets. Duidelijk voelt hij dat hij geen vijftien meer is. Aan de bestuurder vraagt hij waarom er op die auto’s altijd vlammen staan.
'Snelheid! En ze staan voor de onderlinge band van iedereen met zo’n wagen!'
De bestuurder wrijft over de leren zitting.
'Zelfgemaakt. Heel mijn ziel en zaligheid zit in deze bekleding.'
Bij de uitgang steekt de kaartjesverkoper zijn wijsvinger in de lucht als groet. Zelfs op de weg komt de wijzer van de snelheidsmeter niet in beweging.
'De wind... de zon... de lak... Een andere wereld.'
Populieren schuiven voorbij. Hun wortels hebben het asfalt opengebroken. Het hobbelt aangenaam. Als ze terug bij de ingang zijn, stapt hij uit, legt zijn hand op het dak bij wijze van afscheid en vraagt naar de nieuwste ontwikkelingen.
'Oh ja... LED-jes, bewegende vlammen... de mooiste wagens moeten nog komen.'
In de bus terug probeert hij zich voor te stellen waarom het automagazine hem vroeger zo aantrok. Maar al snel wordt hij meer bezig gehouden door de vraag welk meisje de bikiniwedstrijd won.