Het Hooglied Herschreven

door Mark Boog

Op 20 februari 2013 vond in Podium Mozaïek het programma West Words plaats, een reeks van SLAA en Podium Mozaïek. De samenstelling van de avond was in handen van Tsead Bruinja waarbij hij zich liet inspireren door het nummer 'A Love Supreme' van John Coltrane. Op uitnodiging van Tsead Bruinja lieten Piet Gerbrandy, Maria van Daalen, Mark Boog, Justin Samgar, Janneke Rinzema, Yahmani Blackman en U.N.O.M. hun 'hoogste liefde' horen. De komende weken zullen op deze plek teksten met audio van de avond verschijnen.

Tekst: Mark Boog
Voordracht: Mark Boog, Janneke Rinzema en Tsead Bruinja
Fragment uit: Het Hooglied Herschreven (uit: Het eigen oor, Cossee 2007)
Aansluitend: Amazing Grace uitgevoerd door Iris de Jong, Clifton Grep en Jennifer Ziechem

Luister

III

(...)

ander

Hoe mooi, verliefde, ben jij.
Je ogen zijn mooier dan de stenen en de vogels,
je haren zijn als heuvelkanten in de zon.
Je hebt een mond die leeft tot in de tanden,
mond met lippen die verleiden.
Je hebt wangen als de wolken,
om goud en zilver aan te hangen is je hals,
om te strelen zijn je borsten
Vannacht nog kleed ik me in geuren
die je uit je huis doen komen in je tuin.
Je hebt, verliefde, me beroofd van vrijheid,
me gebonden met je halssnoer.
Je ruikt beter dan water,
je streelt zachter dan lucht.
Ik hang als voedsel aan je lippen,
ik ben het vocht rondom je tong,
ik wil de geur zijn van je kleren.
Je bent als je tuin een lusthof,
je bent van geuren en van bloemen vol.

een

Blaas hem met zijn geuren mijn tuin in,
laat mijn vruchten zijn genot zijn.
Het is zíjn tuin, het zijn zíjn vruchten.

ander

Ik ben er al, verliefde,
pluk er kruiden al en appels,
eet je honing, drink je melk.


omstanders

Eet, drink, word dronken!

IV

een

Ik sliep niet, en hoorde mijn verliefde
aan de deur, mij roepende,
zijn hoofd en haren nat van nacht.
Maar ik was al ontkleed,
ik lag gewassen in mijn bed.
De klink bewoog vergeefs,
maar bewoog mij. Ik stond op,
met handen druipend van verlangen,
opende de deur. Mijn verliefde
was verdwenen en ik rende
door de straten maar ik vond hem niet.
Zo zagen mij de mensen,
die mij bekeken, mensen van de stad.
Weet hij dat ik getroffen ben door liefde?
Zeg het hem, zeg dat ik aan koortsen lijd.


omstanders

Wie is hij dat je zo bent,
mooiste van de vrouwen?
Wat is het aan hem dat je ziek maakt,
dat je smeken laat
en nergens meer om denken?


een

Mijn mooiste heeft de kleuren
om uit duizend hem te kennen.
Hij is van wind en vogels,
zijn ogen zijn van stromend water,
zijn lippen zijn bevochtigd met begeerte.
Zijn wangen: het uitzicht uit mijn raam;
zijn armen: het huis waarin ik leef,
tot leven kom; zijn lichaam:
het bed waarop ik lig. En met benen
als van marmer, voeten als van goud,
zo is hij geurig als het bergland.
Zijn mond is honing, hij is de bekoring zelf.
Zo is de mooiste, de verliefde, mijn enige.


omstanders

Waar is hij heen dan, mooiste,
welke kant ging hij op?
We zullen helpen zoeken.


een

Misschien is hij naar zijn tuin gegaan,
misschien plukt hij bloemen.
Ik ben van mijn verliefde,
mijn verliefde is van mij.
Misschien is hij gaan bloemen plukken.

V

ander

Je bent mooi als de stad, verliefde,
en verschrikkelijk als oorlog.
Kijk niet naar me, je verwart me.
Je haren zijn als heuvelkanten in de zon,
je hebt een mond die leeft,
wangen als de wolken,
en onder tallozen ben jij de enige;
eenieder moet je prijzen.


omstanders

Wie is zij dat je haar schildert
mooi als dag en nacht,
verschrikkelijk als oorlog?


ander

Ze deed me afdalen om te zien
of ook de dalen bloeiden,
zonder haar, en ik vergleed,
werd bijna deel der mensen.


omstanders

Kom, mooiste, we willen je zien!


ander

Waarom willen jullie haar zien?
Ze is toch niet van iedereen? –Hoe mooi zijn je voeten zelfs in schoenen, verliefde.
Je heupen zijn als door een kunstenaar gemaakt,
je navel is een beker die gevuld moet zijn,
je schoot is weelde en omringd door bloemen.
Om te strelen zijn je borsten, van water zijn je ogen,
slank je neus en hals, een kroon is je hoofd.
Je bent de mooiste boom, je borsten
zijn de vruchten. Ik dacht: ik klim en pluk ze.
Laat je borsten zoet zijn voor me,
doof me met de adem van je mond.