Bij zonsopkomst wordt de hemel boven Syrië verduisterd door duizenden Chinook helikopters. Ze komen vanaf een internationale vloot van vliegdekschepen in de Middellandse Zee en verspreiden zich naar de gebieden waar de nood het hoogst is. Bij de vluchtelingenkampen, aan de rand van belegerde wijken, in de streken waar de burgers gevangen zitten tussen de strijdende partijen.
Hun komst is aangekondigd. Enkele dagen hebben alle partijen, van het Vrije Syrische Leger, de El Nusra Brigade, de Syrische regering en alle andere bekende eenheden, een bericht gekregen. De boodschap: aangezien niemand de oorlog kan stoppen behalve de Syriërs zelf, maar geen van de strijdende partijen daartoe bereid lijkt en de niet-strijdende bevolking ondraaglijk lijdt, grijpen wij in. Niet door partij te kiezen of geweld te gebruiken. Wij dringen het land binnen met een leger van 80 duizend ongewapende hulpverleners. Als het nodig is komen er meer.
Met de transporthelikopters arriveren veldhospitalen, ambulances, generatoren, tenten, shovels en medische teams. Er worden gaarkeukens opgezet. De manschappen, uiterst moedige mannen en vrouwen, beginnen het puin te ruimen, mensen te verplegen, en sanitaire- en watervoorzieningen te herstellen. Ze vangen verwarde en getraumatiseerde mensen op en Arabisch sprekende onderwijzers ontfermen zich over de kinderen. De invasiemacht van hulpverleners overlegt niet met militie-commandanten of met de lokale overheid en verwacht geen enkele medewerking.
Het zou kunnen zijn dat er op de indringers geschoten wordt. De Syrische luchtmacht kon wel eens een paar Chinooks uit de lucht halen. Er vallen doden en gewonden. Misschien vinden er aanslagen plaats op de hospitalen en gaarkeukens en net herstelde bruggen. Maar de invasiemacht werkt door en blijft groeien. Er komen ook massa’s journalisten en camerateams uit de helikopters. Zo ziet de wereld nog beter hoe gruwelijk de toestand is, maar ook dat er onverstoorbaar werkelijke hulp geboden wordt. Ook hulpverlenen is een vorm van strijd en als basale mensenrechten zo geschonden worden doen beschaafde landen wat er gebeuren moet; eventuele offers ten spijt. Het idee achter deze invasie is dat men partij kiest voor de mensen die het slachtoffer van de oorlog zijn en dat er niet te praten valt met de mensen die oorlog voeren.
De toestand in Syrië wordt uitsluitend als een politiek-militair probleem gezien, terwijl de werkelijke ramp de vernietiging van een maatschappij is. Een heel land, inclusief historisch erfgoed wordt in de as wordt gelegd, terwijl de burgers op de vlucht gejaagd worden en schietschijven zijn. Wat hebben internationaal top-overleg, vergaderingen in volkenrechtelijke organisaties, petities en demonstraties opgeleverd om de burgeroorlog in Syrië te stoppen? Niets. Wat valt er te verwachten van militair ingrijpen? Alleen maar meer wantrouwen, verwoesting en bloedvergieten. Recentelijk kondigen een paar Europese landen aan enkele duizenden vluchtelingen op te nemen. Een symbolische actie, een machteloos gebaar.
Staat de rest van de wereld machteloos? Misschien niet. Ik pleit voor militante hulpverlening: zet de Europese en Amerikaanse legermacht in om ongewapend tussen beide te komen en de Syriërs te helpen. Jawel, laarzen op de grond, maar met voedsel, medicijnen en generatoren. Met teams die voor vers water, begaanbare wegen, bruggen zorgen. Gewoon mensen helpen en koppig de boel gaan opbouwen en daar dag en nacht verslag van doen. Het enige dat de toestand kan verbeteren in Syrië is een overdonderende overmacht aan hulpverleners, dokters, bouwers en journalisten die de strijdende partijen tot een staakt het vuren dwingt. Oftewel: ze dwingt de feiten onder ogen te zien.