Oma’s neus

De derde dinsdag van de maand is Printjesdag bij De Internet Gids. Dit keer over de spullen van oma in een nieuw kort verhaal van Elske van Lonkhuyzen.



Ik zeg niet dat we niet blij waren met de tweedehands wasmachine en de koelkast die nog rook naar de augurkjes met cervelaat die oma op verjaardagen serveerde. Dat zeg ik helemaal niet. Mijn vader nam de apparaten mee toen we naar de nieuwe flat verhuisden. Zijn armen trilden toen hij ze op een steekwagentje over het hobbelige trottoir naar binnen reed. We deden net of we dat niet opmerkten, stapelden verhuisdozen op tot voor onze ogen en droegen ze onhandig de betonnen trappen op.

Het was een voorrecht, zeiden we tegen onszelf, dat we voortaan elke keer dat we yoghurt pakten of een bonte was draaiden aan oma zouden denken. En het kwam enorm van pas. In zekere zin was het mooier dan een zilveren broche erven die je toch nooit droeg of de staande klok, die mijn vader in zijn hal had gezet. Het houtwerk was weliswaar sierlijk gesneden, maar elke keer dat de klok zwaar en ratelend sloeg, dacht je onwillekeurig toch aan de uren die voorbij waren en die je nooit meer terug zou krijgen.

Victor had het pas echt goed getroffen. Dat vonden ook mijn oom en tante die om de kleine etsen van landschappen hadden gezeurd die boven de bank in de woonkamer hadden gehangen en nog door opa waren gemaakt. Zelfs onze neef Evert, die de oude Volkswagen Golf had gekregen, keek vol afgunst toen Victor bij het laatste bezoek aan oma’s huis aan de gordijnen voelde en de lamp boven de eettafel een zetje gaf zodat het licht over de randen van het blad stroomde waarna hij zei niets te hoeven, op die zachtaardige toon van hem. Dat iedereen eerst maar moest kiezen en dat hij zou nemen wat overbleef. In het schokkerige licht van die slingerende lamp wreef hij over zijn neus.

We bakkeleiden urenlang over foto’s, kleedjes, zelfs over de vergeelde verjaardagskalender op het toilet. Victor zat in de leunstoel bij het raam en bestudeerde de atlas die daar altijd op de lage vensterbank had gelegen. Wanneer oma op televisie hoorde van een plaats die ze niet kende, nam ze de atlas op schoot en bladerde tot ze het gevonden had. Eerst op een detailkaart en dan op de wereldkaart, waar haar vijsvinger vervolgens ook Nederland zocht.

Zo van opzij kon je nog beter zien dat Victor oma’s neus had, smal van boven en uitstulpend in twee kleine scherpe vleugels. De punt was heel licht gebogen zodat de neus iets weghad van de snavel van een meeuw. Toen Victor geeuwde, verdween de neus even in holte van zijn ellenboog. Langzaam zochten we onze spullen bij elkaar. Het leek ons niet meer dan redelijk dat we ook de atlas, de lamp en de gordijnen meenamen. En tot slot ook de leunstoel waar Victor in zat.



Over de auteur

Elske van Lonkhuyzen (1984) publiceerde in 2014 het chapbook Met de beste bedoelingen. Elske zit in het agentschap van Literair Productiehuis Wintertuin, lees meer van haar op wodkanademosterd.com.