Zo kan het dus gebeuren

Het is een bijzondere tijd om historicus van het Derde Rijk te zijn, stelt Merel Boers. Letterlijke Godwin-vergelijkingen zijn gevaarlijk, maar de geschiedenis kan ons wel degelijk iets leren.

Een paar jaar geleden zat ik koffie te drinken met een redacteur van een krant. Onderwerp van gesprek was Eichmann, de beroemde Nazi waar ik mij mee bezig hield. De redacteur hield een betoog over de onvoorstelbaarheid van het hele Nazi-gebeuren, die afgrijselijke Hitler, de bizarre personages aan de top.
Hij schudde zijn hoofd nog maar eens.
On-voor-stelbaar.

Ondertussen keek ik om mij heen. Een redactie van een grote krant is geen land van troetelbeertjes. Er zijn ellebogen en dolkstoten, er is hielenlikkerij. Mensen omarmen elkaar, eten elkaar op, spugen elkaar weer uit.


Het is een bijzondere tijd om historicus van het Derde Rijk te zijn. De vraag die ik vroeger altijd van mensen kreeg was: wat ís dat toch met die Duitsers? Hoe kón het toch gebeuren? Nu Trump gekozen is, geven mensen zelf het antwoord: zo dus.

Aan de ene kant doet het me deugd dat mensen het eindelijk snáppen: er is geen cultuur of genenpakket dat garanties biedt tegen een volksmenner.

Aan de andere kant is het gevaarlijk om Trump met Hitler te vergelijken. Het is gevaarlijk omdat de vergelijking te letterlijk gebruikt wordt. Als Trump over een jaar nog geen burgerrechten heeft opgeschort, of over twee jaar nog geen Mexicanen heeft gedeporteerd, dan denken we ach, het valt wel mee met die man. Ondertussen zijn we blind voor dingen die wél gebeuren, dingen die Hitler níet deed.
De geschiedenis herhaalt zich, maar het komt altijd anders.

De vergelijking tussen Trump en Hitler is niet alleen te letterlijk, de vergelijking is ook te simplistisch. Men concentreert zich op de man aan de top van de piramide. Maar het Derde Rijk was geen strak gestuurd project van één ziek genie. Het was een grote, chaotische constellatie van mensen en ambities. Al die mensen samen hielpen Duitsland te verstikken.

De vergelijking bijt zich bovendien vast in het eindresultaat. Als we aan de Nazi's denken, denken we vooral aan de moord op miljoenen. Maar het Derde Rijk was veel meer dan dat. Het was een staat van angst en geweld, gedreven door de woedende drang om alles kapot te maken en opnieuw te beginnen. Een natie van eerste- en tweede- en derderangsburgers. Een land van mensen die elkaar verklikten. Dat is al eng genoeg.

Als het altijd anders komt, wat hebben we dan aan kennis van de geschiedenis?
Het antwoord is dat tijden veranderen, maar mensen in wezen hetzelfde blijven.
Om Trump heen staan personages op die we al zo vaak in de geschiedenis op hebben zien staan. De ideologen, de ambitieuzen, de cynici, de lafaards. Laat je niet afleiden door het haar, door het gedraai en de kleine handjes van Trump. Let op wat er om hem heen gebeurt.
Kijk naar de beroepsradicaal Newt Gingrich, die expliciet gezegd heeft dat hij zich erop verheugt om massaal ambtenaren te ontslaan en de federale staat in chaos te storten.
Zie de blauwe wallen onder de ogen van Paul Ryan, die al zijn principes verloochent om zijn positie te behouden
Bekijk de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Boris Johnson, die het niet uitmaakt welk standpunt hij inneemt, als hij maar dicht bij het vuur zit.
En welke Republikein durft straks tegen het beleid van zijn president in te gaan?

Observeren is moeilijk. We hebben een hoofd vol angstige verwachtingen en vooroordelen die een helder zicht op de realiteit belemmeren. Kan het zijn dat Trump meevalt?
Ja, dat kan zeker. Alles is mogelijk. Is het waarschijnlijk dat hij niks engs gaat doen? Nee, dat is niet waarschijnlijk. Hoe weten we wat Trump gaat doen? Niet. Hij is tegenstrijdig.
Hij bewondert zichzelf. Hij kijkt graag hoe zijn onderknuppels elkaar afmaken.
Meer weten we nog niet.


Nederland is eigenlijk niet te vergelijken met Amerika. De schaal van het land en van de problemen die er spelen zijn voor ons maar moeilijk voorstelbaar. Toch voelen Nederlandse populisten een verwantschap met Trump en de zijnen. Sinds de jaren negentig speelt ook in Nederland de ontevreden burger in iedere verkiezing weer de hoofdrol. Deze ontevreden kiezer is net als in Amerika niet vast te pinnen: de woede zit van links tot rechts; bij mannen en vrouwen; bij alle kleuren en achtergronden;
aan de onderkant, aan de bovenkant en in het midden.

De woede gaat niet weg als je hem negeert. Dat is een les uit de Weimar Republiek, die we de afgelopen twintig jaar opnieuw hebben geleerd. Meedoen helpt ook niet. Dat de meeste Nederlandse politieke partijen zich inmiddels een populistisch toontje hebben aangemeten, heeft de boze burgers niet kunnen sussen. Men voelt zich alleen maar meer geminacht. En terecht: dit populisme van de middenmoot is meestal een neerbuigend trucje, een retorisch sausje om kiezers terug te winnen.

Observeren is moeilijk. Het vergt rust, geduld, en vooral ballen. De New York Times legde vorige week haar hoofd quasi-nederig in de schoot: we hebben gefaald als verslaggevers, schreef de redactie, we hebben dit niet zien aankomen. We zullen beter luisteren. Beloofd.

In navolging hiervan kondigde ook de voorzitter van het bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep een koerswijziging aan. In de Volkskrant schreef ze: ‘Ook in Nederland speelt de vraag of de zogenaamde mainstream media wel weten wat er speelt op straat. Of ze het geluid van alle Nederlanders voldoende laten horen, of alleen dat van de hoogopgeleide kosmopolitische Nederlander. […] Wij gaan u daarom veel nauwer betrekken bij de keuzes die wij maken. Want de publieke omroep is niet van ons, die is van u.’

U hoort het goed. De publieke omroep is nog steeds bang voor de woede van de ontevreden burger. En angst maakt blind. Alsof het huidige televisieaanbod niet één grote stroom van straatinterviews en bij-de-mensen-thuis is. Alsof het journaal de afgelopen jaren niet verkleuterde; de kranten niet vertwitterden; alsof alle ernst en autoriteit niet uit de journalistiek gezogen zijn, onder het mom van wat de niet-elitaire mens zogenaamd zou willen. Iedereen mocht reaguren, op alle websites. En, hielp het?
Is de ontevredene tevredener geworden van dit eindeloos narcistisch beluisteren van zichzelf?


Eerst observeren, dan reageren. Niet alleen de ontevreden kiezer heeft het gevoel dat hij de controle kwijt is, de meeste mensen hebben dat. De een is bang voor Marokkanen, de ander voor vaccinaties, een volgende voor blanke mannen van middelbare leeftijd.

Politici, journalisten: je bent geen doorgeefluik voor wat er letterlijk gezegd wordt.
Je bent ook geen uithangbord voor je eigen angsten.
Je moet reageren op de realiteit die onder de angst ligt.
Een wereld die veel buigzaamheid van mensen vraagt, en volgzaamheid.
Een wereld waarin mensen bloot staan aan een hoop lulkoek en leugens.
Een wereld waarin mensen in toenemende mate overbodig zijn.

Wil de helft van Amerika echt dat alle illegalen het land uitgetrapt worden? Wil een Wilders-stemmer koste wat kost een hoofddoekverbod, ook voor die lieve Yasmin van Personeelszaken? Dit soort verlangens doorstaat zelden de toets van het individu.

Niet voor niets klaagde Himmler dat het uitroeien van Joden zo verschrikkelijk moeilijk was. Want iedereen was het in principe eens met het beleid, maar ze kwamen allemaal aan zijn kop zeuren om een uitzondering voor een buurman, een zakenrelatie, of een beste vriend.