Vaders, moeders, broers en zussen

Sophie Calle, een van mijn favoriete kunstenaars, maakte over zo ongeveer alles en iedereen in haar omgeving kunst, behalve over haar moeder. Pas aan haar sterfbed haalde ze de familiealbums uit de kast en begon te werken aan een installatie over haar.

‘Finally,’ zei haar moeder. Het had haar altijd dwarsgezeten dat Calle haar nog niet tot kunst had verheven. Misschien was hun relatie te goed. Pas toen ze stervende was, en uiteindelijk dood, leverde haar moeder genoeg verdriet op om als inspiratie te dienen.

‘Als alles goed gaat hoef ik er niet uit te stappen om te observeren wat er aan de hand is. Dan leef ik het liever,’ zegt Calle.

Ze verwerkte haar rouwproces en beelden uit haar familiealbums in een zorgvuldig samengestelde hommage, genaamd Rachel, Monique.

Alleen de omslag van het boek vind ik al geweldig.

Cover van Rachel, Monique door Sophie Calle


Dankzij zowel een fysieke als gevoelsmatige afstand met mijn familie in het verre westen van het land, groeide ik nagenoeg op zonder familieleden. Wegens de disfunctionaliteit van mijn eigen ouders kwam het tot grote spijt van zowel mij als mijn moeder nooit tot een tweede kind. Toen ik klein was fantaseerde ik vaak over het uiterlijk en innerlijk van een eventuele broer of zus. Geweldig zou hij of zij zijn, lief en onvoorwaardelijk. Mijn moeder, gezegend met drie zussen, probeerde er dan wat realiteit in te praten. Ze vertelde over kerstdiners vol ruzie en tijden zonder contact. Een van mijn moeders zussen ken ik eigenlijk alleen onder de naam tante Secretia.


Lieve Neef, het wordt beter het komt goed! Ze is gek en ik vond haar altijd al stom. En saai! Al dat geneuzel over Goethe, ze liet mijn hoofd tollen van verveling. Je hart zal helen en met een deukje of wat zal het alleen maar interessanter zijn. Een soort hondjes met drie pootjes, daar zijn meisjes gek op. En binnenkort ontmoet je een leuke, een lieve. Want deze was stom en gemeen. Ik heb vriendinnen die dol zijn op het uitdeuken van grote harten en die gegarandeerd nooit over Goethe zullen beginnen. Laat het maar weten als je onder je dekbed vandaan wil komen.


       X je lievelingsnicht


De broers Theo en Vincent van Gogh leken zo op elkaar dat in 2011 een zelfportret van Vincent eigenlijk een portret van Theo bleek. Hun broederliefde is beroemd en goed gedocumenteerd dankzij hun intensieve briefwisseling.

‘Ik heb eigentlijk geen vriend behalve U en als ik beroerd ben zijt gij me altijd in de gedachten,’ schreef Vincent in 1883 aan Theo.

Hun relatie zat vol ups en downs en kende periodes zonder contact. Vincent was een lastige man en hij maakte het zijn familie vaak moeilijk. Na een ruzie met zijn vader was hij boos uit huis vertrokken en in Den Haag gaan wonen.

Uiteraard tijdens een kerstruzie, geen familie kan zonder.

‘Waarde Vincent, wat bliksem maakte je zoo kinderachtig & zoo onbeschaamd om op de manier waarop je het aangelegd hebt Pa & Moe het leven bitter & bijna onmogelijk te maken,’ schreef Theo aan Vincent. Hierop volgde een periode zonder contact.

Maar de liefde tussen de broers was onvoorwaardelijk. Op de dag dat Vincent zich door zijn borst schoot, had hij een onvoltooide brief aan zijn broer Theo bij zich. De brief is met bloedvlekken en al bewaard gebleven. Na de dood van Vincent werd Theo krankzinnig en tijdelijk opgenomen in het Geneeskundig Gesticht voor Krankzinnigen te Utrecht. Hier stierf hij niet veel later. Uiteindelijk werd Theo naast Vincent begraven tussen de korenakkers in Auvers. Een verhaal waar menig liefdesrelatie een puntje aan kan zuigen.

Portret van Theo door Vincent


Op zoek naar beeldmateriaal van Sophie Calles Rachel, Monique kwam ik een ander werk over familiebanden van haar tegen, Le Tombes uit 1990. Ik kende de serie niet.

Le Tombes bestaat uit een reeks ingelijste foto’s van grafstenen waarop niets anders staat dan een familierelatie. Moeder, vader en zoon, of broer en zus liggen (en hangen) naast elkaar in soortgelijke graven. Nergens een naam, de doden worden gedefinieerd door hun familierelatie. Het zet aan tot denken. Een dochter kan ook een moeder zijn, of een zus. Een vader is zeker ook een zoon. Misschien staat op de graven de familierelatie die ze het beste paste, de rol waarin ze schitterden. Broer en broer zou gepast zijn voor Vincent en Theo.

Le Tombes, Sophie Calle


Tijdens de begrafenis van mijn moeder zag ik mijn tante Secretia voor het eerst. De kist was gesloten en net uit de aula gedragen. Het was allemaal heel erg stemmig en deed aan mijn moeder totaal geen recht. Vlak voordat de aula leeggestroomd was en de stoet richting graf zou gaan lopen kwam er een vrouw met veel armgezwaai binnenrennen.

‘Ik wil mijn zusje zien,’ huilde ze hard. ‘Waar is mijn zusje!’

‘De kist is al buiten, mevrouw,’ zei de begrafenismedewerker geschrokken.

‘Maar ik wil haar zien,’ schreeuwde de vrouw, ‘het is mijn zusje!’

‘Dan had je maar op tijd moeten zijn, trut,’ beet een vriendin van mijn moeder haar toe.

Ze huilde nog wat harde, lange halen en met haar camelkleurige jas wapperend achter zich aan verdween ze uit mijn leven.

‘Dat was mijn tante Secretia!’ zei ik enthousiast tegen mijn vriend.

‘Wauw,’ zei hij.

Het was precies wat de begrafenis nodig had.


Lieve oma, bedankt voor de 5 euro en de mooie kaart. Ik zal er zeker een jenevertje van drinken met het meiske van vroeger. Ze is nog steeds een vriendin en af en toe drinken we nog jenever. Bevalt het in uw nieuwe huis? Het is natuurlijk een stuk kleiner. Ik zal altijd goede herinneringen houden aan het grote huis met zijn spannende zolder en dozen vol spulletjes. Maar een nieuwe start is ook fijn en een lift tot aan de deur wel zo handig. We komen snel een keer met de kinderen het appartement bewonderen.


       X uw lievelingskleinkind


Een mooi werk over een totaal verstoorde familierelatie is De Van Waveren Tapes uit 2012.

Wim van der Aa verzamelt found footage. Dat houdt in dat hij op rommelmarkten en in kringlopen naar oude privéfilms en geluidsbanden zoekt. Eind jaren 90 kocht hij op het Amsterdamse Waterlooplein een doos met oude geluidstapes. De tapes bevatten ruim zestig uur aan telefoongesprekken. Na enig speurwerk komt Van der Aa erachter dat het gaat om opnames uit de jaren 70 van Guido van Waveren. Van der Aa knipte uit al deze opnames een mooie (audio)documentaire over een man die zijn familie niet te boven komt.

Veel gesprekken zijn tussen Guido en zijn moeder en toont zelfs in de simpelste dingen de verstoordheid tussen die twee. In een lang fragment hoor je Guido en zijn moeder ruziemaken over drie flessen wijn die Guido heeft opgedronken in zijn ouderlijk huis. Van Waveren is een telg uit een rijke bloembollenfamilie en leeft van een toelage. Zijn moeder wil de kosten van zijn toelage afhalen. Uit het hele gesprek druipt dat de moeder controle en macht wil hebben. Ze klinkt niet erg liefdevol.

‘Ik heb drie kinderen, helaas alle drie krengen geworden,’ zegt ze halverwege.

Langzaam ontstaat het beeld van een volstrekt ongezonde relatie tussen moeder en zoon. Guido blijkt tot zijn dertiende bij zijn moeder in bed te moeten slapen. Zijn vader is verkast naar een andere kamer en hij neemt zijn plek in. Ook nadat zijn vader is overleden. Zijn moeder haalt hem in de vierde klas van de lagere school, maar eist later wel dat hij zonder vooropleiding naar het gymnasium gaat. Hoe wreed dat uitpakt vertelt zijn vriendin Nel in een telefoongesprek. Het lijkt een vreemd onderwerp voor een documentaire, zomaar een man, maar het boeit vanaf het begin. De achterdochtige Guido weet zich totaal niet te redden in de wereld en glijdt langzaam af in alcohol en psychische problemen. In 2006 wordt hij dood gevonden in de Prinsengracht. Toch blijkt uit een gesprek met vriendin Nel dat moeder en zoon Van Waveren wel van elkaar hielden.


Kunstenaarsduo L.A. Raeven bestaat uit Liesbeth en Angelique Raeven, een eeneiige tweeling, die verwikkeld zijn in een ongezonde symbiose. Ze zijn meesterlijk in het weergeven van deze tegenstrijdige emoties. Ze gebruiken zichzelf en elkaar vaak als uitgangspunt voor hun kunst.

‘We zitten nooit verlegen om een onderwerp,’ zeggen ze.

Still uit Love knows many faces


In Love knows many faces zie je Liesbeth en Angelique die elkaar in een meer proberen te verdrinken. Maar als je goed kijkt is het helemaal niet duidelijk of dit echt het geval is. Ze duwen elkaar onder, maar lijken elkaar ook boven te houden en klampen zich aan elkaar vast. Af en toe zwemmen ze los van elkaar in beeld en maken zich, gefocust op de ander, ogenschijnlijk klaar voor een nieuwe confrontatie. De video is een eeuwigdurende loop, er is geen einde. Het is zoals de titel aangeeft, Love knows many faces.


Lieve oom, erg bedankt voor de dozen met oude kaarten en foto’s. Ik ga er iets moois mee maken en zeker geen zweverige levensboom. Je kent me toch.

‘Van wie heb je dat creatieve toch?’ vraagt mam soms.

‘Van oom Gerdis natuurlijk.’

‘Ach ja, ik vergeet soms dat er ook nog wel wat leuks rondloopt in die familie,’ zegt ze dan. Maar verder is ze niet verbitterd hoor. Ze vertelde ook dat jullie eens backstage mochten na een concert van The Who! Typisch jij en mam om dat niet eerder te vertellen. Zo hou je een leven lang mooie verhalen. Tijdens de paasdagen hoor ik graag alles over The Who.


       X je lievelingsachternicht


Mijn verlangen naar familie werd alleen maar aangewakkerd door tante Secretia.

Ik wilde mijn eigen disfunctionele familie. Een opa met misplaatste grappen, een tante om stennis te maken op mijn begrafenis. Door de jaren heen maakte ik veel portretten van de meest uiteenlopende mensen. Niet voor bladen of kunstprojecten, maar voornamelijk voor in mijn archief. Ik besloot hieruit een familie samen te stellen. Een found footage-project, maar dan in mijn eigen collectie. Van veel geportretteerden weet ik niets, vaak niet eens hun naam. Soms zijn het bekenden of ex-geliefden wiens hoofd ik heb geleend, en ik eigende me de tweede naam van vriendinnen toe voor nieuwe familieleden. Als een schone lei werden ze mijn neef Martijn, oma Fien en oom Gerdis en vormden een zorgvuldig uitgekozen familie.


Het begon als fotoproject voor een expositie, maar daarna kon ik ze niet loslaten. Mijn dromerige oma Fien, mijn stoere oom Gerdis en mijn lieve neef Martijn, die kon ik niet zomaar terug in mijn archief duwen!

Als vanzelfsprekend slopen ze mijn huis binnen. Vooraan in de boekenkast staat het familiealbum en oma Fien en opa Hendrik hangen levensgroot aan de muur in de gang.


Op mijn 21e stierf mijn moeder, en daarmee mijn gehele, onvoorwaardelijke familie.

Er was niets om dit enigszins op de vangen. Een gemis dat, alle vlammende liefdes en therapie ten spijt, nooit over leek te gaan.

‘Dan maken we toch onze eigen familie!’ zei een ex-geliefde ooit.

Een optie die achteraf gezien voor de hand lag, maar die ik toen niet zo zag.

Maar nu, een klein restje ingesleten leegte ten spijt, lijkt het toch een oplossing.

Mijn echte, eigen familie, klein en zo onvoorwaardelijk als een peuter en kleuter maar kunnen zijn.

‘Opa, oma,’ zegt mijn zoon soms als we langs de portretten van oma Fien en opa Hendrik lopen.

‘Een opa en een oma,’ zeg ik dan.