Over Lauren Redniss, Radioactive: Marie & Pierre Curie, a Tale of Love and Fall-out
(It Books, 2010)
Na de steen-, brons- en ijzertijd beleven we thans alweer het einde van het nucleaire tijdperk. Net zo min als de steentijd aan z'n eind kwam door gebrek aan stenen, komt de nucleaire tijd aan z'n eind door gebrek aan nucleonen. Er zijn meer dan genoeg kernen, zelfs genoeg radioactieve, maar wij weten nog steeds niet hoe met radioactiviteit om te gaan.
Ook in Fukushima, net als op Three Mile Island en in Tsjernobyl, blijken vermijdbare en verwijtbare fouten van de leiding en de medewerkers te hebben geleid tot het fatale verloop van de kernramp. Volgens de ingenieurs is de kans op een kernsmelting eens in de 100.000 reactorjaren maar in de praktijk blijkt dat een op de 2000 reactorjaren te zijn. Kerncentrales zijn een factor 50 onveiliger door menselijk falen.
De risico's zijn zo groot dat niemand meer een kerncentrale kan bouwen of verzekeren zonder overheidsgarantie, ook niet in Nederland. Maar in de vrijemarkteconomie, waartoe energie thans behoort, zijn overheidsgaranties verboden. Dus worden er al decennia lang bijna geen kerncentrales meer gebouwd, behalve in niet-democratisch geregeerde landen als China, Noord-Korea en Iran. Daarom is kernenergie op sterven na dood.
Dat is treurig want kernenergie had de oplossing kunnen zijn voor ons energie- en klimaatprobleem. Ondanks enorme investeringen is het niet gelukt veilige kerncentrales te bouwen en een oplossing te vinden voor het radioactieve afval. Is kernenergie niet een voorbeeld van een mutatie in onze 'technovolutie' die het heeft mogen proberen, maar die niet door de selectie kwam en dus niet wordt gereproduceerd?
De opkomst en ondergang van het nucleaire tijdperk beschrijft de kunstenares Lauren Redniss aan de hand van de ontluikende liefde en het tragische einde van Marie en Pierre Curie in een schitterend boek, Radioactive: Marie & Pierre Curie, a Tale of Love and Fall-out, genomineerd voor de National Book Award 2011 non-fiction in de VS.
Marya Sklodowska komt in 1891 naar Parijs om er wis- en natuurkunde te studeren, want in Polen worden vrouwen nog niet tot de universiteit toegelaten. In 1893 slaagt ze als eerste vrouw aan de Sorbonne voor de examens wis- en natuurkunde, en met lof. Pierre Curie biedt haar ruimte in zijn laboratorium om aan haar proefschrift te werken. Zij raken verliefd en trouwen in 1895.
Nu begint het tijdperk van de magische straling: Wilhelm Röntgen ontdekt een nieuw soort straling uit kathodebuizen en Henri Becquerel ontdekt dat uranium op een fotografische plaat sporen achter laat. De Curies besluiten gezamenlijk aan de nieuwe uraniumstraling te gaan werken. De kaft van hun notitieboeken toont de initialen “M” en “P” naast elkaar en in elk boek staan hun aantekeningen door elkaar heen.
Met een door Pierre ontwikkelde elektrometer analyseren ze de straling van pekblende, een glanzend zwartgrijs mineraal vooral bestaand uit uraniumoxide. Ze ontdekken dat de intensiteit van de straling een eigenschap is van het mineraal zelf onafhankelijk van externe condities. Conclusie: sommige stoffen zijn niet stabiel maar “radioactief”. Als ze ook nog zien dat pekblende sterker straalt dan uranium moet het mineraal nog andere radioactieve elementen bevatten.
Pierre en Marie zetten zich met grote hartstocht aan het isoleren van nieuwe elementen uit wagonladingen pekblende, een hels karwei dat enkele jaren duurt. Voor het jonge gezin Curie, inmiddels worden dochters Irene en Eve geboren, zijn het hectische tijden. Met als resultaat de vondst van polonium en radium en een laboratorium dat langzamerhand een geheimzinnige blauwe gloed uitstraalt van de radioactiviteit.
In 1903 promoveert Marie cum laude en is daarmee de eerste vrouw met een doctorstitel aan de Sorbonne. In december 1903 deelt ze de Nobelprijs voor natuurkunde met haar man en met Becquerel. Marie is te ziek voor de reis naar Stockholm en ook Pierre kan het nauwelijks opbrengen; waarschijnlijk leiden ze aan stralingsziekte. “Radioactivity has made the Curies immortal,” schrijft Redniss, “now it kills them.”
Maar Pierre sterft niet aan stralingsziekte, hij wordt op straat overreden. Marie is ontroostbaar maar wordt benoemd op zijn leerstoel, waarmee sommige “imbecielen” haar menen te moeten feliciteren. Wanneer zij echter een affaire begint met Paul Langevin, ook Nobelprijswinnaar aan de Sorbonne, ontstaat een schandaal waar zelfs de minister van onderwijs zich mee bemoeit: “Marie Curie moet terug naar Polen. Zij kan niet langer in Frankrijk blijven omdat zij een schande is voor de universiteit.” Een telegram uit Stockholm brengt redding. Zij krijgt voor de tweede keer de Nobelprijs, ditmaal voor chemie, en hoeft hem niet te delen.
Dit is allemaal niet nieuw. Waarom is het boek van Lauren Redniss dan toch zo bijzonder? Omdat het geen biografie is van de Curies maar van Radioactiviteit. De gevaren van radioactiviteit hebben de ontdekkers en naamgevers tegen beter weten in altijd gebagatelliseerd, hoewel hun notitieboeken met “M” en “P” op de kaft de Geigertellers al honderd jaar doen tikken, nu in de Nationale Bibliotheek van Parijs (een extra reden tot digitaliseren van deze bibliotheek).
Haar stralingszieke hoofdpersonen tekent Lauren Redniss met magere Modigliani-achtige silhouetten in een speciale 'cyanotype' druktechniek dat het platenboek in een geheimzinnig blauwe gloed zet. Dezelfde kleur die het buisje radium uitstraalde waarmee Pierre Curie te pas en te onpas zijn gasten meende te moeten verbazen. Voor haar teksten ontwikkelde Redniss het speciale lettertype 'Eusapia LR', gebaseerd op het handschrift van de Curies en vernoemd naar de Italiaan Eusapia Palladino bij wie de Curies deelnamen aan spiritistische seances.
Terwijl Lauren Redniss het bekende verhaal van de Curies tekent en vertelt, brengen haar associaties ons heen en weer in de tijd, steeds van de passie naar de 'fall-out' en weer terug. Zo passeren alle nucleaire verworvenheden en verschrikkingen de revue. Van de medische toepassingen in de militaire hospitalen van de Eerste Wereldoorlog tot de meisjes bij U.S. Radium Corporation die stralingsziektes opliepen bij het beschilderen van wijzerplaten; van de radiotherapie bij kanker tot de slachtoffers van Hiroshima en Nagasaki; van de revolutionaire fysica tot de evacués van Tsjernobyl; van de getalenteerde pioniers Pierre en Marie Curie tot nucleaire dwazen van vandaag die dromen van 'nuclear rocket propulsion'.
Met aangrijpende teksten en tekeningen in een geheimzinnige blauwe uitstraling, die geen Geigerteller zal doen tikken, maakte Lauren Redniss een lumineus monument voor het einde van ons nucleaire tijdperk.
NB Op de tentoonstelling Verborgen Krachten in Museum Boerhaave is nog tot en met 18 maart 2012 het buisje radium te zien dat Marie Curie in haar koffertje meenam naar Kamerlingh Onnes in Leiden om vast te stellen wat de invloed is van extreem lage temperaturen op radioactiviteit.
Zie ook franswsaris.nl