Siegfried Huigen uit Stellenbosch is sinds oktober 2011 aangesteld als buitengewoon hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Wrocław. Hij schrijft voor De Gids een korte reeks brieven over zijn ervaringen in Polen.
Terwille van mijn inburgering in mijn nieuwe woonplaats WrocÅ‚aw las ik So kämpfte Breslau. Het boek is in 1963 samengesteld door de twee Duitse commandanten die in 1945 de verdediging van de tot ‘Festung’ geproclameerde stad geleid hebben. Het is een verrassend opgewekt werkje dat niet alleen aan de hand van kaarten het verloop van de frontlinies van januari tot mei 1945 beschrijft maar vooral de aandacht wil vestigen op het improvisatievermogen van de verdedigers. Het lijkt allemaal good sports te zijn geweest tot uiteindelijk de jarenlange gevangenschap in de Gulag begon. De verdediging bleek zo effectief dat de stad zich ondanks de enorme Russische overmacht pas overgaf toen Berlijn al gecapituleerd had. Spoedig daarna werd Breslau het Poolse WrocÅ‚aw. Binnen twee jaar werd de overgebleven Duitse bevolking vervangen door Polen.
De verdediging van Festung Breslau was volgens de twee generaals een aanhoudend leerproces. Zo bleek het uiteindelijk handig om hoekhuizen van tevoren maar vast op te blazen en af te branden. Vijandelijke granaten hadden dan weinig effect op de overgebleven ruïnes van waaruit de verdedigers de omliggende straten konden bestrijken. Vechten in kelders van brandende huizenrijen was ook goed mogelijk, als de soldaten maar regelmatig gekoeld konden worden. Het grootste afbraakproject – maar wel tegen de zin van de militaire commandanten ondernomen – was een vliegveld dat in opdracht van Hitler midden in de stad moest worden aangelegd. Om transportvliegtuigen te kunnen laten landen, werden de huizen langs de Kaiserstrasse opgeblazen en werd het puin geruimd. Alleen al bij dit werk verloren naar schatting 7000 mensen het leven, tijdens Russische bombardementen. Het vliegveld was na drie maanden klaar en is uiteindelijk alleen gebruikt door de plaatselijke nazileider, die de stad kort voor de overgave met een Fieseler Storch ontvluchtte.
Het boek eindigt met een overweging over de zin van de verdediging. De auteurs erkennen het hoge percentage slachtoffers (22% van de toenmalige bevolking), maar doordat omvangrijke Russische legereenheden in Breslau opgehouden werden kon een belangrijk deel van de Silezische burgerbevolking aan de wraak van het Rode Leger ontsnappen, meenden zij.
De sporen van de verdediging zijn in WrocÅ‚aw nog overal zichtbaar. De westelijke stadsdelen waar in 1945 het zwaarst werd gevochten, zijn nu bedekt met Poolse Plattenbau. Als je midden op de brede boulevard van het voormalige vliegveld staat, maakt dat nog steeds de indruk van een startbaan. Alleen de huizen in het oosten van de stad hebben de oorlog relatief goed overleefd. Het geheel ademt hier nog de sfeer van Oost-Berlijn van voor de Wende: statige negentiende-eeuwse huizen waarvan het art-nouveau-pleisterwerk deels van de façades gevallen is; kolengruis op hobbelige stoepen van kleine steentjes. Onder afbladderende verf komen hier en daar weer Duitse opschriften te voorschijn. Eentje zie ik elke keer als mijn tram bij de halte stilstaat. Half verborgen achter een regenpijp en een transformatorkastje verwijzen een zwarte pijl en de blauwe woorden ‘Kaffee’ en ‘Tee’ naar een etablissement dat al bijna zeventig jaar geleden ophield warme dranken te serveren.