Ter ere van de lezing "Vis in Bad" van Tijs Goldschmidt heeft De Internet Gids een bestiarium aan denkende dieren verzameld. Het bestiarium begint bij de A met de axolotl van Marte Boneschansker
'Ik kan niet meer!'. Christa ploft neer op een steen. Het is te warm. Er zijn te veel muggen. Ruim twee weken zijn ze nu aan het wandelen langs het Xochimilcomeer, een drassig, langgerekt meer aan de voet van de Xochimilvulkaan, 200 km ten oosten van Mexico-Stad. Christa ziet niets anders dan stenen. Een tapijt van door het water gladgestroomde stenen, allemaal even groot - zo lijkt het tenminste - met op de achtergrond de nooit-dichterbij-komende-vulkaan. Toen Martin haar een jaar geleden vroeg samen naar Mexico te gaan, had dat haar zo verrast dat ze 'ja' had gezegd.
Ze kennen elkaar van de universiteit. Hij doceert A theory of evolution - a quick start en zij geeft Spanish language - a history revealed. Eigenlijk vind ze hem een saaie das. Een dikke, roodharige das, zo iemand die in de zomer met een T-shirt aan zwemt. Ze had altijd het gevoel dat hij haar dom vond - gewoon, omdat zij een taal doceert en vrouw is - tot hij haar mee vroeg naar de Xochimilvulkaan. Een studiereis waarin Martin op zoek zou gaan naar de wilde Axolotl - daar zijn er maar 120 van - en Christa zou fungeren als tolk. Martin lijkt wel verliefd op de axolotl, een kleine bijna doorzichtige salamander. Je kan zijn bloedbanen zien, organen, botjes. 'Een axolotl blijft zijn hele leven een larve, kun je je dat voorstellen Christa, zijn hele leven! In feite is hij eeuwig kind.' Martin's ogen glimmen. 'Je hele leven buiten spelen, zonder agenda's, gezinnen. Niemand die je -' Hij maakt zijn zin niet af. 'Wist je dat axolotls geen seks hebben?' Hoe hij dat woord uitspreekt, 'seks', met harde, lange s'en, alsof het iets smerigs is. Christa voelt een rilling, maar besluit later dat ze zich die maar heeft ingebeeld. Ze zitten in een café, Martin's lippen zijn nat van het bier. 'Geen seks! Het mannetje deponeert zijn spermatofoor voor het vrouwtje en zij zuigt het op met haar cloaca.' Seks. Spermatofoor. Cloaca. Christa probeert niet naar zijn mond te kijken en besluit mee te gaan op reis.
'Martin?' Christa had naar de gekleurde kever op de steen onder haar voeten gekeken - hoe hij zijn weg zocht door het moeras, hoe hij haar voet tegenkwam, zijn vleugels opzette, zich bedacht en de andere kant opliep, om daar weer tegen haar voet op te botsen - en nu ze opkijkt is Martin verdwenen. 'Martin!' Haar stem klinkt dom. Stenen, stenen, stenen. Christa staat op en loopt in rondjes, steeds langzamere rondjes om het punt waar ze dacht hem voor het laatst te hebben gezien. Niets. Fantastisch. De middag loopt op zijn einde en over een paar uur is het donker. Christa doet haar rugtas af en gaat zitten. Op een steen, natuurlijk. Wat doet ze hier? Wat bezielde haar? Ze lurkt aan haar waterfles en huilt dikke vrouwentranen, om die reis, om Martin. En dan, twee stenen verderop, ziet ze hem door haar tranen heen. Hij staat rechtop, glimmend in het zonlicht, wit - doorschijnend wit. Een axolotl. Christa huilt nog harder, manisch nu, dikke tranen van geluk. 'Beestje!' op handen en voeten kruipt ze naar hem toe. De axolotl wacht op haar. Danst voor haar. Een sierlijke salamanderdans, van links naar rechts. Zijn staart lijkt wel een pendule. Pas als Christa voor hem zit op niet meer dan een halve meter afstand, staat de axolotl stil. En dan ziet ze het. Deze axolotl is dik. Dikker dan de axolotls die ze van plaatjes kent. Te dik voor zijn voorpoten in feite. Deze axolotl is dik en heeft een rode, of nee, een rossige kam. De axolotl kijkt haar aan en glimlacht - Martin's glimlach. Hij doet een stap naar voren en deponeert zijn spermatofoor op de steen. Een tijd lang zitten ze zwijgend tegenover elkaar, het witte kwakje tussen hen in. De axolotl wacht. Glimlacht. Tot Christa knikt. Een korte, berustende knik. De axolotl maakt een buiging en verdwijnt tussen de stenen.