Ter ere van de lezing "Vis in Bad" van Tijs Goldschmidt heeft De Internet Gids een bestiarium aan denkende dieren verzameld. Vandaag de B van bunzing door Pieke Werner
Sluw sluipend door gegraven gang, tussen de wortels van de wilg, langs struikgewas, gebladerte, slank en sluitend, licht en lenig, langs de knoken, de knoesten. Als water in een stroompje: zo ben ik.
Ik ga er een vangen, zo’n groene glibber. Een sprong, een klap, en hap, en snap: de ruggengraat geknapt. Sleur hem mee, leg hem bij de anderen, dat ademt wel, dat springt niet meer. Kluitje kikkervlees, voorradig in huis. Hm, hm. -Maar- hé! Maar ho! Mijn sloot, hoezo?!
Stompjes; stoppels; stengels; stokken! Kiezelgruis en kale luis, waar is mijn weg door gras en dras, teniet het riet, de bodem braak?
kek-kek, gek-gek, en hoe, en hè! Ik graaf, ik snuif, onvindbaar: niks.
Jep, daar ga ik, spriets en sproei. En hier en daar, ben ik duidelijk, hoeioei. Want iedereen mag weten: wat een buns, wat een bins, wat een bans dat ik ben! Rie, ra, rompedom, die staart van mij, die klieren! Geweldig, formidabel, zo grof, zo groots.
Maar dan, opeens: hun vuur, lawaai! Ik ren, tabee, mijn hol, mijn thuis. Slank en sluitend, licht en lenig, sluw en snel, ja zo ben ik! Tussen de wortels van de wilg.