Finbar en Louise (fragment)

Zoutkrabber Expedities: De missie in Estonia

Fragment uit 'Finbar en Louise', deze novelle verschijnt in het voorjaar van 2014 bij Uitgeverij Prometheus.

Luister

Finbar is op zoek naar een plek waar zijn hunkering naar de zee niet botst met het verlangen van zijn geliefde Louise naar het ruisen van het lover.

Zoom in op Estland, na eeuwen onderdrukking nog steeds het land van zwaluw en eland. Laat ons als een arend vliegen over prille meidagen en naar Finbar uitkijken. Daar is onze held, bij een poel in een Estisch woud. Hij verkent een uithoek van Lahemaa. De stilte bonkt in zijn oren. Finbar vergaapt zich aan de vogels die zo vrolijk fluiten dat hij de wind in de toppen niet hoort. In de verte de koekoek. Elke roep is een levensjaar. Finbar telt: 81, 82, 83 … De koekoek stopt niet. 133, 134 … 165.
‘O, shut up!’ roept hij want de taal der Esten krijgt hij niet onder de knie.
Finbar volgt de paden niet. Dit is een land van inhammen, denkt hij, vroeg of laat stuit ik op de zee. Hij maakt een bed op het mos en slaapt.
De tweede dag baant Finbar zich een weg over omgevallen sparren, als een mannetjesbeer op zoek naar een wijfje. Hij vult zijn fles met bronwater, knabbelt aan een appel. Finbar bereikt de kust en kampeert in een verlaten grenspost van de Sovjets. De uitkijktoren is vervallen, prikkeldraad is verwijderd. Finbar droomt van geheime duikbootstations, van vluchtelingen die in het zoeklicht gevangen worden en zonder pardon neergeschoten.
De nacht is kort, het ochtendlicht fel. De derde dag, zes uur en Finbar gaat weer op weg. De natuur schakelt in versneld tempo over van winter naar lente. Wat een verschil met eergisteren, denkt Finbar. Op een verlaten strand zakt hij neer waar de dennen van het zeewater drinken. Hij maakt een vuurtje op het strand. Geen meeuw die op hem let. De vogels zijn druk in de weer met hofmakerij.
De uren verstrijken, Finbar verroert zich niet. Voor hem rimpelt de Baltische Zee. Achter hem vertellen de bomen hoe omgehakte voorouders schepen en schommels werden en vuur voor verhalen.
Het ruizelen van de zee en het ruisen van de kruinen, denkt Finbar. Heb ik het gebied gevonden waar ik met Louise een nest kan bouwen?

De zon gaat onder maar de hemel blijft een schouwtoneel. Blauw, paars, rood. Wolken met gouden randen glijden boven meeuwen op grote zwerfstenen. Twee zwanen drijven op de platte zee alsof het water een zilveren dienblad is. Finbar klautert op een ‘kivi’, een ijstijdrots uit Finland. Hij aait de reuzenkei en voelt zich een oude zanger die met een lier van wolkenslierten een lied vertolkt.

Waar is Louise?
Ver weg in het gespleten Koninkrijk der Belgen. Ze kijkt door het raam.
Hoe lang hou ik het nog uit in deze havenstad met haar grote mond en klein hartje, denkt ze. Vlaanderen vergast zichzelf. Finbar! Vind vlug een stekje waar ik aarden kan, niet ver van de zee zodat je zelf niet wegkwijnt. Finbar, mijn lieve kaper, hoor je mij?
Louise gaat naar de badkamer en laat het bad vollopen. Het is alsof Finbar vanuit Estland tot haar spreekt in het stromende water:

‘Zing, Zilverbekje! Zing, gouden koekoek! Zing van Kalevipoeg, zoon van Kalev. Zing over de dapperste der dapperen die als straf der goden met zijn vuist werd vastgeklonken aan een rots bij de hellepoort. Kalevipoeg voelt de aarde opwarmen. Overal gloeien de ovens hoogrood om het rijk van Goleman de reus te voorzien van shoppingcentra. Nog even en een verzengend vuur zal alles doen smelten. Dan zal Kalevipoeg weer vrij zijn. Nu moet de godenzoon toezien hoe de mens zich naar de ondergang werkt. Zonder ketens maar geknecht als een cipier van een kerker.
Kalevipoeg probeert zich los te wrikken om zijn volk ter hulp te snellen, maar zijn ongeduld doet enkel de bergen sidderen. De zeeën schuimen wit, modderstromen vegen dorpen van de kaart. Goleman lacht Kalevipoeg uit. Het gelach rolt door de hellekrochten en ijselijke vreugdekreten weergalmen: ‘De reus die komt!’
Het gebied van de reus breidt zich uit als een olievlek, tot in Estonia, land van Kalevipoeg. Hoe minder vis in zee, hoe meer fastfood op het land. Villa’s verrijzen op oude begraafplaatsen. Woonblokgetto’s geraken in verval als de verwaarloosde kooien van circusdieren. Snelwegen worden preventief aangelegd om recreatiegebieden op de komst van de reus voor te bereiden. Zelfs de meest verscholen vossenburcht krijgt camerabewaking. Nog even en eekhoorns worden gecontroleerd op verboden eikelbezit …
Hoor je me nog, Louise? Ik zoek voor jou een happy end. Je bent de avondglans op zee, Louise. Hoor je mij?’

Onze zee- en bosmonnik zit op zijn rots, zonder belwaarde.
Ik moet richting Käsmu, denkt hij. Een dorp dat veel kapiteins voortbracht en waar Peter Ustinov en Arvo Pärt hun zomers doorbrachten. Ik heb geen kaart maar vraag de weg wel aan de kraaien. Louise moet toch weten waar ik ben …
Rustig maar, hongerige Finbar, dit is een natuurgebied met wandelpaden. En waar wandelpaden zijn, zijn er grondplannen voor toeristen.

Ondertussen speelt Louise met de schuimbergen in haar bad.

Finbar staat oog in oog met Kaja de zeemeermin. Kaja studeert in Tallinn, haar grootouders wonen in Käsmu.
‘Ik ben de weg kwijt. Ik hoorde de hartslag van Goleman! De reus is mij op het spoor,’ zegt Finbar alsof hij elke dag een sirene tegenkomt.
‘Dat is de hamer van Loksa. Werkt je gsm dan niet? Hier is er overal netwerkverbinding,’ zegt de blonde surfster. ‘Kom mee naar Duivelseiland.’

Kaja leidt Finbar naar het eiland van de wilde rozen.

WORDT VERWACHT:

Kaja belt Aarne van het Maritiem Museum. Die Viking wil zich wel ontfermen over een vrijbuiter. Finbar krijgt eten en onderdak, taalinitiatie en plaatselijke geschiedenis. Hij verkent de streek met een gestolen museumfiets, Zweeds legermodel, maar die wordt gestolen. Finbar verbroedert met een zingende visser en schrijft een fietsgedicht* …

--- Tot zover een nieuwe ontwikkeling uit ‘Zoutkrabber Expedities’. Klik intussen op de ‘veebikaamera’ van www.kasmu.ee – ziet u het laddertje rechts tegen de zwerfsteen op het strand? Misschien zitten Louise en Finbar op die grote kivi aan het Meremuuseum. Net buiten beeld, naast elkaar als een meeuwenkoppel.


FIETSGEDICHT VAN FINBAR:

Voor de gestolen fiets die werd gestolen *

Kom terug, gij krijger, Zweeds uw kroon
stoer met bel die klinkt door ’t baaienveld!

Kom terug naar Herder Aarne, geen
Belgenkont zal u onteren, nee!

Sierlijk als een zwaan, verweesd als een
eendenkuikentje in ’t nimfenriet…

In ’t Muuseum wacht ik op u, slechts
een kopie van de perfecte held.

Estland, Käsmu, mei 2012.
Opgedragen aan Aarne Vaik van het Käsmu Meeremuuseum.
Engelse vertaling m.m.v. Han van der Vegt

Dedicated to the stolen bicycle that was stolen

Return, thou warrior, Swedish thy crown
stalwart, thy bell ringing out across the bay!

Return to Aarne the Herdsman, no
Belgian arse will debase thee!

Graceful like a swan but orphaned like
a duckling in the field of nymphs’ reed…

I wait for thee at the Muuseum, no more
than a copy of the perfect hero, aye!