Een bijdrage uit de Gidsgame Your Daily Victory Boogie Woogie. Over 52 Mondriaanvrouwen. Over de houten kist met daarin de vermeende derde versie van de Victory Boogie Woogie.
Eigenlijk had ik het vandaag willen hebben over de vraag of er nog artistieke autonomie mogelijk is in onze postfordistische en posttoyotistische tijden. Maar met het oog op de actualiteit ben ik geswitcht naar dansen en kaartspelen. Die autonomie kan wel even wachten.
Ik ga terug naar 14 februari van dit jaar, toen het Haags Gemeentemuseum, het was Valentijnsdag, een kwartetspel lanceerde over de vrouwen van Piet Mondriaan. Onder de titel Liefde & Inspiratie werd op speelse wijze een dossier ontsloten waarvan de bladzijden tot voor kort steevast werden weggestopt in de la 'Irrelevant'. Het paste ook zo mooi bij Mondriaans werk, dat imago van een koele, afgemeten en vooral solitaire man. Je wist niet beter of het vrouwelijke was voor hem iets horizontaals, net als de lijn van de zee. Af en toe eens uit dansen ja, daarvoor waren vrouwen wel handig, maar de kleinste toespeling over trouwen en hij was er vandoor.
En dan nu dus die 52 speelkaarten met evenzoveel Mondriaanvrouwen erop, en in de bijsluiter de mededeling dat het er in werkelijkheid beslist nog meer waren. Wat een feest moet het leven van die kluizenaar zijn geweest! Ik ben zo verrukt van dit kaartspel dat ik het al twee maanden cadeau doe aan iedere jarige of geslaagde die mij op zijn of haar party vraagt. En dat houd ik vol, ook al blijkt bij navraag telkens dat het spel weliswaar wordt gewaardeerd, maar door niemand ook echt wordt gespeeld. 'Wie gaat er nu nog zitten kwartetten?' is de standaardverklaring.
'Je hebt toch kinderen?' antwoord ik dan, 'je hebt toch gezellige bejaarde ouders?' Maar de kinderen schijnen liever een digitale versie voor op hun iPad te hebben, en de bejaarde ouders steeds te struikelen over de Bordewijkse namen (Diderike Petronella Harrenstein, Gwendolyn Lux Von Bremen, Eva Bernardina de Beneditty, Augustina Hermina de Meester Obreen...). Allemaal uitvluchten natuurlijk, en ik geef dan ook niet op. 'Hoezo een digitale versie?' roep ik. 'De clou is nu juist dat je al die vrouwen door je eigen fysieke handen laat glijden. En als je dat eenmaal aan het doen bent zul je merken dat het je helemaal niks meer kan schelen hoe ze heten.'
De laatste troef die ik uitspeel bij zo′n woordenwisseling is eerlijk toegeven dat ik zelf ook niet zo dol ben op kwartetten, maar dat ik wel al twee maanden elke avond minstens drie potjes patience speel met de vrouwen van Piet Mondriaan. En dan komt het: dat op wonderbaarlijke wijze dat geduldige spelletje mijn begrip van de schilder meer heeft vergroot dan welke verklarende tekst over zijn werk ook.
Zo zat ik bijna twee weken geleden, op een dinsdagavond, mijn vrouw was niet thuis, weer eens aan de keukentafel te spelen. Plotseling viel me op dat ik mijn kaarten niet in de gewone, in lengte toenemende rijtjes had gelegd, maar in een min of meer ruitvormig patroon. Terwijl ik mij nog steeds aan de regels van het spel hield, zat ik ondertussen een compositie bij elkaar te leggen met mijn kaarten, alsof het gekleurde stukjes tape waren. Een ietwat beangstigende ervaring. Ik stond op van mijn stoel en dacht aan de halfdode Mondriaan zoals die in januari 1944 steeds weer opstond van zijn bed om in pyjama verder te werken aan Victory Boogie Woogie. Steeds kortademiger, almaar harder trekkend aan weer een volgende sigaret.
Ach, al die mythes! Het schilderij zou niet afgekomen zijn omdat hij dood ging. Maar misschien lag het wel precies omgekeerd. Misschien ging hij wel dood omdat hij zag dat het schilderij nooit af kòn komen, nooit af mòest komen. Het moest voor altijd open en in beweging blijven, dat was de kwintessens, daarin zat 'm de overwinning. In het feit dat dit schilderij het hele idee dat het nog af moest komen openlijk bespotte, en dat de schilder dat, met dank aan zijn naderende dood, kon toestaan. Van de officiële lezing dat het woord Victory in de titel naar het naderende einde van de Tweede Wereldoorlog verwees, blijft dan niet meer over dan een grap. De apolitieke Mondriaan in de rol van Churchill, haha!
Ja, het kan niet anders of in de komende eeuw zal het verhaal van Mondriaan weer helemaal opnieuw worden verteld, en beter. Neem die andere hardnekkige mythe, dat zijn carrière een soort bergtocht was die begon in het dal van de figuratie en eindigde op de top van de abstractie. Maar als hij al ooit bovenop die berg is geweest dan was het tien of twaalf jaar eerder, toen hij enige tijd alleen maar een paar lijnen op verder geheel witte vlakken schilderde. Als je dan naar Victory Boogie Woogie kijkt begrijp je dat hij op het eind die berg allang was overgestoken, om uiteindelijk weer bij het volle leven uit te komen, bij het feest en de uitbundige dans.
Daarom zijn al degenen die zeggen dat Mondriaans zwanenzang abstract is, wat dus betekent zonder melodie, al net zulke napraters als wie dat beweren van de Boogie Woogie zelf. Die zou de melodie hebben uitgebannen ten bate van het ritme en de harmonie. Maar als dat zo was, hoe zou deze muziekvorm dan ooit zo'n enorm succes hebben kunnen worden, om te beginnen bij Piet Mondriaan? Hij mag er dan naar hebben gestreefd om hermetisch te zijn en daarmee elke wereldse interpretatie van zijn werk onmogelijk te maken, dat is hem net zo min gelukt als het de jazzmusici lukte om de melodie eruit te gooien. Gerrit Zalm en Nout Wellink, die Victory Boogie Woogie destijds voor tachtig miljoen gulden hebben aangekocht, dachten er duidelijk anders over, want zij verklaarden achteraf zelf niets in het schilderij te zien. Wij daarentegen zien er elke dag iets anders in, mens-erger-je-niet, zinderende metropool, partituur, choreografie...
Waar kom je uit als je het open einde dat Mondriaan ons heeft nagelaten zelf invult? Wat zou er van hem zijn geworden wanneer hij een halve eeuw langer had geleefd? Ongetwijfeld een performancekunstenaar. Langzaam zouden al die gekleurde stukjes tape, die de dieptewerking op de kruispunten van lijnen moesten opheffen, zich hebben losgemaakt van het doek en zich aan Piets eigen huid hebben vastgekleefd. En hij zou, aldus bepokt en bemazeld, op een niet te stuiten wijze zijn gaan dansen - met al zijn 52 vrouwen, iedere week een ander.
En dus kunnen we alvast van één ding uitgaan: wat er uiteindelijk ook in die kist uit China zal blijken te zitten, als het een af schilderij is, is het zeker niet van Piet.