Google’s gaze
Met het artikel The bigger picture van Irma Driessen is vandaag het eerste essay in een reeks van acht op De vuurlinie - Kunstkritiek nu geplaatst. Lees hieronder de eerste alinea en ga voor de complete tekst naar devuurlinie.nl.
Wanneer ik Google voor het eerst gebruikte, welke zoekterm ik invoerde, of er sprake was van woorden om het ijs te breken, weet ik niet meer. Of ik Google googlede, waarschijnlijk niet. Ik zocht informatie. Ik vroeg me in de begindagen van Google, 1998, weinig af over de zoekmachine zelf.
Die eerste zoekopdracht vormde achteraf bezien wel het begin van een langdurige relatie. Sterker, ik kan me op dit moment een leven zonder Google nauwelijks voorstellen. Zonder Facebook lijkt me geen probleem, maar zonder Google? Zonder Search?
Waar elders dan bij Google haal je zo snel, zo frictieloos, en in zulke hoeveelheden, zulke relevante informatie vandaan? Wat evenaart Googles gebruiksvriendelijkheid? Haar overdaad?
Het zijn in mijn ogen dan ook niet de sciencefictionachtige ideeën, de zogenaamde moon shots, die Google op dit moment zo opwindend maken – ideeën die overigens enorm tot de verbeelding spreken: een bestuurderloze auto, zwevende windturbines, internettoegang via ballonnen, artificiële intelligentie, langer leven. Nee, juist Googles ‘gewone’ producten vind ik zo bijzonder. Informatie is inmiddels iets geworden zoals water uit de kraan, elektriciteit via het stopcontact. Gemeengoed, maar verre van gewoon. Googles producten zijn – om met Arthur C. Clarke te spreken – indistinguishable from magic.
Search: in 0.1 seconden een miljoen zoekresultaten op je scherm.
Earth: een globe in je computer.
Maps: de wereld één gigantisch klikbaar fotopanorama.
YouTube Live: aanwezigheid bij gestreamde gebeurtenissen overal ter wereld.
Translate: een gratis tolk/vertaler in je browser.
Docs, Mail, Drive: data-opslag in serverparken zo groot als enorme graanschuren.
Zaken waarvoor ik nog niet zo lang geleden de deur uit moest, kan ik nu met een eenvoudig commando, vaak één woord, vorderen: informatie, inspiratie, tools.
Al die pracht heeft wel een prijs. Gratis is niet echt gratis. Wie gebruik maakt van Google is immers niet alleen verbonden met internet maar ook met Google. In ruil voor informatie, verzamelt Google onze data. Dat is het Faustiaanse pact dat we sluiten. Helaas weten we niet hoe we eruit zien in enen en nullen, welk profiel van ons rondzwerft, en vooral, iets om ons grote zorgen over te maken, bij wie.
Je hoeft maar te googlen op ‘Criticism of Google’ en ‘Google Street View Privacy Concerns’ of er verschijnt een waslijst kritiekpunten. Die lijst groeit elke dag. Google wordt beticht van schending van privacy, manipulatie van zoekresultaten, misbruik van intellectueel eigendom, censuur van zoekresultaten en content. Ook is er grote bezorgdheid over de enorme hoeveelheden energie die het kost om al die servers draaiende te houden. Het idee van de zwevende windturbines komt niet uit de lucht vallen. Google heeft er baat bij om zo’n moon shot te realiseren.
Toch gaat mijn kritiek over iets anders.
Google geeft me, zo realiseerde ik me, behalve snelheid en informatie, iets veel belangrijkers. Ze komt tegemoet aan een diepgevoeld voyeuristisch verlangen. Ze scant behalve het web inmiddels ook andere dingen. Als een hongerige machine schraapt ze de aardkorst af. Ze snuffelt in hoeken en gaten, op zoek naar data. En ze apporteert. Fysieke dingen. Boeken, bomen, lantaarnpalen. Ze geeft ons letterlijk The Bigger Picture.
Irma Driessen hield bij dit essay een blog bij voor haar research. Lees haar bevindingen na op camview.org