Geachte redactie,
In haar recensie van Jos Perry's mooie biografie van Theun de Vries beweert Jolande Withuis dat je kunt zien dat De Vries een nare man was (De Gids 2013/7, p. 39). Ter illustratie verwijst zij naar een foto van Kameraad de Vries die verscheen bij een, door haar helaas slechts vaag aangeduide, recensie van Perry's boek. Ik denk dat zij doelt op de portretfoto die Vincent Mentzel in 1999 van de communistische schrijver maakte, en die geplaatst werd in NRC Handelsblad van 13.9.2013, bij de bespreking van Michel Krielaars van deze biografie.
In ieder geval heel veel mondhoek op deze foto. En daarmee voor Withuis een typerende foto van De Vries (1907 – 2005) – een portret dat volgens haar model kan staan voor veel “reëel bestaande portretten” van communisten van de generatie van De Vries. Marcus Bakker (1923 – 2009) had op zijn oude dag net zo'n gezichtsuitdrukking, aldus Withuis. Een verwijzing naar een boekstavende foto ontbreekt hier overigens. Een verklaring heeft Withuis wel: “De combinatie van neergetrokken mondhoeken en een arrogante blik drukt een teleurstelling uit die niet zodanig tot de eigen ziel is doorgedrongen dat zij hun ongelijk erkennen”....
Lombroso revisited?
Of toch vooral een moderne invullling van de feministische leuze “dat het persoonlijke politiek is” – en dat dus ook het politieke in hoge mate persoonlijk is? Of is het misschien zelfs zo dat volgens Withuis, in de terminologie van de Franse socioloog Bourdieu:, een habitus – zoals die van De Vries èn die van zijn communistische generatiegenoten lichamelijk kan “indalen”? Hoe dan ook: het door Withuis aangedragen empirische materiaal is voor welke optie dan ook te mager.
Dat De Vries een nare man was blijkt wat mij betreft vooral uit het feit dat hij zich destijds, als een van de weinige Nederlandse intellectuelen, positief uitliet over de SP-brochure Gastarbeid en Kapitaal (1983) waarin de Socialistische Partij er voor pleitte om islamitische migranten in Nederland de keuze “aanpassen of oprotten” voor te leggen – toegegeven, dat “oprotten” mocht dan wel met een flinke zak geld.
Saillant detail: een van de weinige intellectuelen die dat, met Theun de Vries, een goed idee vond was vrijdenker en... Gids-redacteur Anton Constandse.
Voor de goede orde: de SP-brochure werd destijds door organisaties als de Anne Frank Stichting en de PSP als racistisch gediskwalificeerd. Terecht, oordeelde ik in 1983 als nieuwbakken redacteur van het anarcho-socialistische tijdschrift De AS waar Constandse ook redacteur van was.
Helaas haalde de SP-brochure en De Vries' oordeel daarover Perry's biografie niet. En dus schrijft Withuis, onbekommerd: “Mijn intieme kennis van het totalitarisme in de communistische variant verklaart zeker voor een deel mijn afkeer van de islam en van westerse naïviteit en toegeeflijkheid jegens dat intolerante geloof”. Zij beseft kennelijk niet dat als je het over de islam hebt je je feitelijk al buiten elke redelijke discussie over deze grote wereldgodsdienst plaatst. “Het is (…) hogelijk omstreden om moslims te vragen welke consequenties zij trekken uit de massamoorden door moslimterroristen”. Zou Withuis echt niet snappen waarom dat inderdaad hoogst ongepast zou zijn? Ging – of gaat – Withuis pakweg haar Christelijke buren ook bevragen over het optreden van Bush in Irak of het openhouden van Guantanamo Bay door Obama?
Onbegrijpelijk dat je in De Gids dit soort vragen op moet werpen.
Ik verzeil op google. Ik tik Jolande Withuis in en klik op de knop “afbeeldingen”. Opvallend veel lachebekjes.
Cees Bronsveld, Rotterdam