Uit slaapwandelen

Op 22 februari 2014 overleed Leo Vroman op 98-jarige leeftijd. In 1956 schreef hij Uit slaapwandelen.

Goede nacht, Leo
en val zacht.

Schemering.
De boot vertrekt.
De drenkeling
is niet ontdekt.

In de woningen sluit
men lange gordijnen.
De schimmen verdwijnen.
Het licht gaat uit.

Ogen gaan dicht.
Tegen de ruiten
duwt wind, buiten.
Het weerlicht.
De bloemen sluiten
zich nog wat meer.

De zinkende
is ook vermoeid;
neerdrinkende
hikt hij zijn ik
uit en vervloeit.

Alles wacht
slapend van hoop
op de afloop
van de nacht.

Slechts ik weet niet waar
ik ons echtelijk bed
het slaperigst zet:
onopzoekbaar

in zulk dicht bos
dat ons bang laken
in takken blijft haken
en geen storm krijgt het los,

of tussen de lissen?
Tussen bomenhoog riet
komen dode vissen.
Levende niet.

Weg dus van daar
droom ik alles naar strand.
Ook Tineke, met haar
hand in mijn hand.

Wind puilt onze deken
omhoog tot een zeil.
De golven breken
het houtwerk, terwijl

zij, een weke
zuil van zacht kant,
uit het hoofd gaas laait
als een bleke brand,
en omwaait.

Als mij ooit een maagd,
met hoe lange ogen
ook, bijna vraagt
mee te mogen,

opdat zij zoet
aan onze zijde
lere van ons beide
wat God van haar moet,

dan berg ik haar hoofd
zo in dit gedicht
dat haar gezicht
ervan verlooft

en zij ontwaakt
in ons genot,
mede door God
aangeraakt,

ook als intussen
reeds onder de grond
we elkanders mond
vol aarde kussen,

want wie wijs luistert
hoeft niet op reis:
het paradijs
fluistert

overal.
Goede nacht.
Val
zacht.