Het doel van de oorlog is vrede

Feitelijk zijn wij in oorlog. We noemen het niet zo en merken er bijna niets van. De dienstplicht is afgeschaft maar onze beroepsmilitairen zijn in oorlog buiten de landsgrenzen, zelfs buiten de grenzen van de NAVO. Onze F16’s bombarderen in Irak, onze marine is actief voor de kust van Somalië. Onze jongens zijn op militaire missies in Mali, Afghanistan, Turkije, Zuid-Soedan. Oekraïne, Bahrein, Bosnië-Herzegovina, Burundi, Centaal-Afrikaanse Republiek, Egypte, Gazastrook, Israël, Syrië, Kosovo, Libanon en Burkina Faso.

Het militarisme viert weer hoogtij. GroenLinks was ooit een fusie van PSP, CPN en PPR, maar wie is nu nog pacifist in de Tweede Kamer? Ons leger is de op een na grootste werkgever, na de politie. Ondanks de financiële crisis schaffen we de JSF aan. De stoffelijke overschotten van de slachtoffers bij de ramp met de MH17 worden met militaire eer naar hun laatste rustplaats gebracht en het publiek staat erbij te applaudisseren. Shows van land-, zee- en luchtmacht veroorzaken ellenlange files. Al ons oorlogstuig uit verleden, heden en toekomst is samengebracht in een zwartglazen kijkdoos van 100 bij 250 meter, het nieuw Nationaal Militair Museum (NMM), dat in de eerste maand na opening al meer dan 50.000 bezoekers trok.



De exposities in het NMM vertellen ‘het verhaal van de krijgsmacht’. De uitsmijter van de tentoonstelling is een citaat van Aristoteles in bloedrode letters: “Het doel van oorlog is vrede”. Geen woord over alle verschrikkingen van oorlog, de vernietigingen, de doden, gewonden en eindeloze stroom vluchtelingen.

Aan het NMM stelde ik voor een extra expositie te houden van Die Apocalypse unserer Zeit met 25 tekeningen die Frans Masereel maakte toen hij juni 1940 samen met een miljoen Parijzenaars op de vlucht sloeg voor het Duitse leger. Van het NMM ontving ik taal noch teken. Daarom nu deze expositie online.