Lees vandaag Kleine barstjes schieten razend-snel in het rond over Johan Meulenberg door Minne Kersten. Meer weten over het project Een Zeker Iemand? Lees hier de introductie.
De ruit in de badkamer is beslagen. Cornelis heeft weer eens te lang en te heet gedoucht. Een zacht tapijtje van condens heeft zich over elk badkamermeubel getrokken. Even staat hij daar, in het midden. Zijn hoofd lijkt voor het eerst leeg. Dan knikken zijn knieƫn en laat hij zich op de roze tegelvloer zakken.
Hij kijkt op, naar de muur met de ruit. In de ruit is de overkant niet langer zichtbaar. Door de condens is het uitzicht een dansende vlek geworden, waarin alle kleuren worden verdeeld over duizenden druppeltjes op het glas. Hij bedenkt dat alles daarachter nu slechts bestaat bij de gratie van dat het er altijd was. De overbuurman, die elke dag om kwart over negen een sigaret rookt bij zijn ochtendkoffie en zich daarna op de bank installeert. De vrouw in haar peignoir die de balkonplant water geeft, waarbij het water vrijwel altijd overloopt, met geschreeuw van voorbijgangers tot gevolg. Hij heeft ze beide nog nooit gesproken, dat zou hij eens moeten doen. Hij zou sowieso vaker contact moeten leggen met mensen, echte mensen. Niet alleen met de mensen die hij verzint.
Maar niet nu, nu hoeft het niet. Er is geen overbuurman en er is geen vrouw in peignoir; er zijn alleen kleurvlekken die van alles kunnen betekenen. Net als hij denkt zich niet meer met het raam te hoeven bezighouden, lijkt het te breken, kleine barstjes schieten razendsnel in het rond. De man rilt als eerste reactie, maar kijkt dan beter. Het was niet het glas dat brak, maar de condens. Langzaam beginnen druppels contact met elkaar te zoeken. Ze verzamelen zich in slierten, als in een fijn vertakt wegennet. Van de linker tot de rechterhoek, van boven naar beneden. Waar ze elkaar ontmoeten, klampen ze zich aan elkaar vast, daar vermengen de kleuren, en rollen druppels naar beneden. Langzaam trekken de druppels sporen van het uitzicht achter zich aan.