In de rubriek Euroland telkens een parabel van Dirk Vis bij een door Eva-Fiore Kovacovsky gefotografeerd product van één euro.
Daniël werkt aan een bureau met acht beeldschermen. Op alle acht verschijnen in een constante stroom dialoogvensters vergezeld van piepjes. Als mensen vragen, "wat doe je eigenlijk?" zegt Daniël: "Het is gewoon handel."
De receptioniste brengt post: een luciferdoosje met een postzegel erop. "Voor mijn dierenopzichter" staat erop in het handschrift van zijn vriendin. Daniël kiepert het doosje leeg en ontdekt dat het een papieren dierentuintje is dat je op het doosje in elkaar kunt zetten. Een leeuwtje heeft nummer 10 op het lipje onder zijn voeten staan en hij schuift het in het gleufje op het luciferdoosje met nummer 10.
"Was je maar echt dierenoppasser."
Dat heeft zijn vriendin wel eens gezegd. Hij prikt de papegaai bij nummer 8.
"Ik doe gewoon waar ik goed in ben," antwoordde hij zijn vriendin toen.
Na het nijlpaard zijn de diertjes op, maar er is nog wel een gleufje over. Nummer 17. Hij kan echter geen papieren diertjes meer vinden. Hij plaatst het dierentuintje onder zijn beeldschermen. De piepjes van de dialoogvensters klinken door elkaar als een zwerm spreeuwen.
Die middag vraagt hij de receptioniste om een ansichtkaart te kopen voor zijn vriendin als dank voor de leuke post en de receptioniste antwoordt met een blaf. Het duurt nog een halve dag totdat Daniël het zeker weet, maar alle mensen om hem heen maken dierengeluiden. Zijn collega's hinniken en brullen, ze krijsen en knorren, maar ondanks dat begrijpt hij prima wat ze bedoelen. Hij belt zijn ouders en die loeien door de telefoon dat het goed met ze gaat. Zijn vriendinnetje snatert. De nieuwslezer tjilpt. Daniël heeft nog nooit zoveel plezier gehad met de praatprogramma's op tv. Hijzelf is de enige die nog gewoon praat. Hij vertelt nooit iemand over de dierengeluiden, want ongetwijfeld zou men hem voor gek verklaren en hij heeft er verder geen last van. Na een aantal jaren op de beursvloer besluit Daniël zijn werkgever voor een andere te verruilen, omdat hij daar junior partner kan worden. Zijn business partner maakt tijdens het kennismakingsgesprek prachtige, diepe kwaakgeluiden. Daniël vertelt zijn vriendin van het voornemen op een zondagochtend. Ze is trots, ze vind eigenlijk dat hij het al veel eerder had moeten doen.
"Ik wil dat je kleine aapjes bij me maakt."
Van die zin moet Daniël huilen.
"Wat is er?" vraagt zijn vriendin.
"Ik kan je verstaan," zegt hij door zijn tranen heen, "ik kan alles wat je zegt verstaan."