Op vrijdag 19 juni 2015 overleed James Salter op 90-jarige leeftijd. Roel Bentz van den Berg schreef in 2013 over zijn stijl naar aanleiding van zijn laatste roman All That Is.
Een van de vele prachtige zinnen die te vinden zijn in All That Is, de in zijn totaliteit overigens behoorlijk tegenvallendenieuwe roman van James Salter, de nu opeens (even onuitstaanbaar als terecht) door iedereen altijd al diep bewonderde 88-jarige Amerikaanse schrijver, die onder meer over de zeldzame kwaliteit beschikt op een zeer viriele, zelfs macho manier over vrouwen te kunnen schrijven, niet in de laatste plaats ook in erotische zin, zonder die vrouwen, of ‘de vrouw’ in het algemeen, ook maar enigszins tekort, laat staan onrecht te doen. Zó herinnert Salters hoofdpersoon zich een van zijn jeugdliefdes: ‘There was Susan Hallet, the Boston girl he had gone with, slender, clear-faced, with the low breasts that he associated with privilege.’ Een waarheid, die laatste, ‘de laag hangende borsten die hij altijd associeerde met de bevoorrechte klasse’, die alleen doorgrond (en op deze manier uitgedrukt, tegelijk geschilderd en geschreven) kan worden door iemand die weet dat wat wij de werkelijkheid noemen zonder de structuur van de verbeelding als een betekenisloze pudding in elkaar zou zakken.
En dan ligt het zwaartepunt dus niet bij voor de hand liggende observaties als dat hoge borsten zouden staan voor vulgair, opdringerig, siliconen, etc., en lage borsten van de weeromstuit een zowel meer verborgen als natuurlijke charme zouden vertegenwoordigen, net zoals een lange nek of een bepaalde huidtint een teken van overgeërfde aristocratie. Kan best waar wezen, maar niet waar genoeg om de woorden van Salter, zijn beelden, hun bijzondere transcendentie te verlenen, het gevoel dat je wordt opgetild naar een betekenisvlak waar alles met alles klopt – waar betekenis geboren wordt. Een plotseling voor je neus openklappende ruimte waar je, als je om je heen kijkt, bij alles wat je ziet en hoort, nog voor je het hebt bedacht, weet: ‘Yes! Check! Yes!’
Zoals de dichter Wallace Stevens ooit zei: ‘Style is not something applied. It is something that permeates. It is of the nature of that in which it is found, whether the poem, the manner of a god, the bearing of a man. It is not a dress.’ Precies, het is eerder een manier van ontkleden. Norman Mailer: ‘Style, after all, is revelation.’
Sommige waarheden, de belangrijkste, de werkelijk magische, zijn voorbehouden aan de liefdevolle blik. En ja, die kun je, nee, die moet je oefenen.
Dit is een fragment uit 'Wat blijft hangen iii', gepubliceerd in De Gids 2013 nummer 6.