Orgie van roekeloze consumptie


Deze pil van twee vingers dik kreeg ik spontaan van mijn zoon omdat hij vond dat ik het moest lezen. Tijdens het lezen was ik dat met hem eens. En toen ik het uit had nog steeds. Ik vloog er doorheen, met ontdekkingslust, om een uitdrukking van wijlen Fritzi Harmsen ter Beek te bezigen. En met libido sciendi, lust tot weten. Harari, geschoold als historicus, etaleert zijn indrukwekkende feitenkennis overzichtelijk, als een drieluik van de cognitieve, de agrarische, en de wetenschappelijke revolutie. En hij behandelt en passant ook de rol van taal, schrift, geld, geloof, wereldrijken en ideologiën zoals het kapitalisme.

Oost-Afrika werd al honderdvijftigduizend jaar geleden bevolkt door de Homo sapiens, die er net zo uit zag als wij, met een even groot brein. En zo’n zeventigduizend jaar geleden verspreidde deze sapiens zich eerst over het Arabische schiereiland, en vandaar over de gehele Euraziatische landmassa.

Onder de cognitieve revolutie verstaat Harari het vermogen om veel informatie over de leefomgeving en sociale verbanden over te dragen. Hij noemt helaas niet mijn lievelingsauteur, de Zuid-Afrikaan Louis Liebenberg, wiens oorspronkelijke boek ik besprak in De Gids, en die inmiddels in Harvard doceert. De hypothese van Liebenberg is dat de kunst van het vinden en correct duiden van sporen van prooidieren het brein van onze voorouders de afgelopen twee miljoen jaar geleden liet evolueren in het gebruik van wat nu ‘de wetenschappelijke methode’ heet. Zijn hypothese verklaart deels waarom de sapiens zich durfde te verspreiden over Eurazië en verder. En ook hoe ze dat deden. Harari schrijft dat het uitsterven van de Australische megafauna (grote dieren) het eerste significante teken was dat de sapiens op onze planeet achterliet.

De agrarische revolutie begon rond 9000 v. Chr. in de heuvels van Zuid-Oost Turkije, het westen van Iran en de Levant, met het domesticeren van tarwe en geiten. Later erwten en linzen in 5000 v. Chr. Paarden rond 4000 v. Chr. En druiven in 3500 v. Chr. Volgens de nieuwste archeologische inzichten waren toen inmiddels in vijf andere gebieden elders in de wereld gewassen als rijst, mais, aardappelen en gerst al gedomesticeerd. De laatste tweeduizend jaar is er geen noemenswaardige nieuwe plant- of diersoort gedomesticeerd. Toch werkte de gemiddelde boer harder dan de gemiddelde jager-verzamelaar en dat voor slechter, want te eenzijdig, voedsel. Dat kwam door enkele plantensoorten, zoals tarwe, rijst en aardappelen, die de sapiens hebben gedomesticeerd in plaats van andersom, zoals Harari opmerkt.

De wetenschappelijke revolutie heeft zich de afgelopen 500 jaar voorgedaan, grotendeels door de bereidheid van koningen, bankiers, regeringen, ondernemingen, stichtingen en private donateurs om miljarden in wetenschappelijk onderzoek te investeren. Dat culmineerde onder meer in de landing van Neil Armstrong en Buzz Aldrin op de maan. Die hadden daarvoor enkele maanden getraind in het westen van de VS, in een woestijn waar Indianen woonden. En er is een verhaal, of een legende, over een ontmoeting tussen de astronauten en een inheemse bewoner:


Op een dag kwamen de astronauten tijdens hun training een oude Indiaan tegen, die vroeg wat ze daar deden. Ze antwoordden dat ze deel uitmaakten van een onderzoeksexpeditie die binnenkort een verkenningsreis naar de maan zou maken. Toen de oude man dat hoorde was hij even stil en daarna vroeg hij of ze iets voor hem wilden doen.

“Wat dan?” vroegen ze.

“Nou,” zei de oude man, “de mensen van mijn stam geloven dat er heilige geesten op de maan leven. Ik vroeg me af of u ze een belangrijke boodschap kunt doorgeven namens mijn volk.”

“Wat voor boodschap?” vroegen de astronauten.

De man zei iets in zijn eigen taal en vroeg toen de astronauten om het een paar keer te herhalen, tot ze het goed in hun hoofd hadden.

“Wat betekent het?” vroegen de astronauten.

“O, dat kan ik u niet vertellen. Het is een geheim dat alleen onze stam en de maangeesteen mogen weten.”

Toen de astronauten op hun basis terugkeerden, zochten ze stad en land af tot ze iemand hadden gevonden die de Indianentaal sprak en vroegen hem om de geheime boodschap te vertalen. Toen ze het opzegden, barstte de vertaler in bulderend gelach uit.

Nadat hij gekalmeerd was, vroegen de astronauten hem wat het betekende. De man legde uit dat het zinnetje dat ze netjes uit het hoofd hadden geleerd het volgende betekende: “Geloof geen woord van wat die mensen hier zeggen. Ze komen je land inpikken.”


Het moedige boek besluit met een fraai geformuleerde waarschuwing: “Veel wijst erop dat we de fundamenten van de menselijke rijkdom aan het vernietigen zijn in een orgie van roekeloze consumptie.”

Sapiens. Een kleine geschiedenis van de mensheid. Yuval Noah Harari. Uit het Hebreeuws vertaald door Inge Pieters, Uitgeverij Thomas Rap, 2016, tiende druk, 462 pp., € 24,90.