Het laatste woord van Nadja Tolokonnikova

In aanloop naar de presidentsverkiezingen in Rusland, een exclusieve voorpublicatie uit het bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam te verschijnen boek Poetins rechtbank. Proteststemmen uit een autoritaire staat. Deze bundel bestaat uit de laatste pleidooien voor de rechtbank van bekende en minder bekende protestanten die om politieke redenen terechtstonden in Rusland. De Internet Gids is zeer verheugd de speech van Nadja Tolokonnikova, een van de leden van de punkband Pussy Riot, vertaald door Nina Targavi-Mouran hier vast te mogen publiceren.


Op 12 maart 2018 zal er in De Balie in samenwerking met Amnesty International een speciale avond rondom het boek plaatsvinden met optredens van de vertalers Nina Targan-Mouravi, Yegor Osipov-Gipsh en Ellen Rutten, hoogleraar Slavische Talen aan de Universiteit van Amsterdam.



Het zou volstrekt zinloos zijn om nu een toespraak te houden wanneer hier de drie zangeressen van Pussy Riot werden berecht, wat welbeschouwd niet het geval is. Wat hier terechtstaat, is het hele staatsbestel van de Russische Federatie, dat helaas prat gaat op zijn wreedheden en veronachtzaming van de menselijke eer en waardigheid, op de ellendigste momenten in het verleden van Rusland. Ik vind het diep treurig om te zien hoeveel zo’n schijnproces weg heeft van Stalins driemansrechtbanken...1 Dat hun uitspraken, handelingen en beslissingen van bovenaf gedicteerd worden door de vraag naar politieke represailles komt er ook nog bij.


Wie is er schuldig aan dat er een optreden in de Christus Verlosserkathedraal heeft plaatsgevonden met daaropvolgend onze rechtszaak? Het autoritaire politieke bewind. Wat Pussy Riot bedrijft is verzetskunst, ofwel politiek op een wijze die gebruikelijk is in de kunst. Hoe dan ook is het een soort burgeractiviteit binnen de context van onderdrukking van de basisrechten – sociale en politieke vrijheid van de mens – door het corporatieve staatsbestel. Veel mensen die in de jaren 2000 gestaag en genadeloos werden gevild door de planmatige vernietiging van vrijheden zijn nu in opstand gekomen. Wij hadden behoefte aan wezenlijke oprechtheid en eenvoud en hebben die gevonden in punkoptredens.


Passie, openheid, onbevangenheid staan boven hypocrisie, huichelarij en schijnfatsoen die misdaden bedekken. De voornaamste bewindslieden wonen met een vroom gezicht kerkdiensten bij maar zijn met hun gehuichel veel grotere zondaars dan wij. Het Russisch staatsbestel is dusdanig vastgeroest, gesloten en hiërarchisch en het politieke beleid zozeer aan uitsluitend corporatieve belangen onderworpen dat de Russische lucht pijn doet aan onze longen, vandaar dat wij onze politieke punkacts uitvoeren. We zijn tegen het sturen van sociale ontwikkelingen door middel van dwang en geweld en zijn daardoor aangewezen op een politiek bestaan en handelen. Dat moet wel in een situatie waarbij de belangrijkste politieke instellingen tuchtrechtelijke apparaten van de staat zijn: machtsinstellingen, leger, politie, geheime dienst. En de bijbehorende middelen om de politieke stabiliteit te waarborgen: detentie, preventieve aanhouding, rigide toezicht op het gedrag van burgers.


We accepteren evenmin de gedwongen burgerlijke passiviteit van het merendeel van de bevolking, noch de totale ondergeschiktheid van de wettelijke en rechterlijke macht aan de uitvoerende machtsstructuren. Bovendien ergeren we ons hartgrondig aan het bewind en zijn handlangers, die het politieke bewustzijn van de burgers schandalig laag houden door middel van aanhoudende intimidatie. Zo verkondigt patriarch Kirill Goendjajev dat orthodoxe gelovigen niets te zoeken hebben op protestbijeenkomsten. We vinden het schandalig dat de horizontale banden binnen de maatschappij zo zwak zijn. Wij vinden het niet leuk dat het bewind de publieke opinie manipuleert, wat heel soepel verloopt dankzij de strakke controle van de staatsstructuren over het leeuwendeel van de media, getuige de ongekend brutale en op verdraaide feiten en teksten gebaseerde lastercampagne tegen Pussy Riot, die praktisch in alle Russische media is ontketend, op enkele onafhankelijke na, zeer zeldzaam binnen het bestaande politieke systeem.
Toch stel ik nu vast dat ik, terwijl de huidige situatie een autoritaire is en het huidige politieke systeem autoritair is, er wat mij betreft sprake is van een zeker faillissement, een politiek falen van het systeem tegenover de drie leden van de band Pussy Riot, nu de verwachtingen van het systeem, helaas voor het systeem, niet zijn uitgekomen. Want wat blijkt: wij worden helemaal niet door heel Rusland verguisd. Steeds meer mensen geloven in ons en vinden dat wij niet achter de tralies horen maar vrij moeten zijn. Dat merk ik aan mensen die ik ontmoet. Ik ontmoet zowel mensen die dit systeem vertegenwoordigen door werkzaam te zijn bij de bewuste instellingen, als mensen die gedetineerd zijn. Met de dag zijn er meer mensen die ons steunen, ons succes en een spoedige bevrijding toewensen, ons politieke optreden rechtvaardigen. Steeds meer mensen zeggen: aanvankelijk twijfelden we of jullie dit hadden mogen doen, maar de tijd heeft uitgewezen dat jullie politieke gebaar juist was en dat jullie de vinger op de zere plek van dit politieke systeem wisten te leggen en een slangenkuil wisten te verstoren die zich nu op jullie wreekt...


Zulke mensen doen hun uiterste best om ons bestaan draaglijker te maken, en daar zijn we hun heel dankbaar voor. We zijn alle mensen dankbaar die in vrijheid voor ons opkomen. Ik weet dat het er ontzettend veel zijn, ik weet ook dat momenteel enorm veel Russisch-orthodoxe christenen voor ons opkomen, voor ons bidden, ook voor het gerechtsgebouw, ze bidden voor de leden van Pussy Riot die opgepakt zijn. We hebben brochures onder ogen gekregen met een gebed voor gevangenen die door Russisch-orthodoxen worden verspreid. Dat alleen al is een bewijs dat er geen homogene groepen zijn, geen homogene groep gelovigen, zoals de aanklager die presenteert. Die bestaat niet, en steeds meer gelovigen staan achter de verdediging van Pussy Riot. Ze vinden dat we met onze actie geen vijf maanden in voorlopige hechtenis hebben verdiend, laat staan de drie jaar gevangenis die meneer de openbaar aanklager eist. Het wordt met de dag evidenter dat hun politieke systeem drie meisjes die dertig seconden lang in een kathedraal optraden zo hard aanpakt omdat dat politieke systeem de waarheid vreest, de oprechtheid en directheid vreest waar wij voor staan. Wij huichelen geen moment, we hebben geen seconde gehuicheld tijdens deze rechtszaak, terwijl de tegenpartij aan de lopende band huichelt, en de mensen voelen dat, de mensen voelen de waarheid aan, de waarheid heeft werkelijk een ontologische, existentiële voorsprong op de leugen, er staat iets in de Bijbel daarover, in het bijzonder in het Oude Testament. De wegen van de waarheid triomferen uiteindelijk boven de wegen van de huichelarij, arglist en leugen, de wegen van de waarheid triomferen met de dag meer, ook al zitten we nog steeds achter de tralies, wat vermoedelijk nog lange tijd het geval zal blijven.



Gisteren trad Madonna op. Op haar rug stond ‘Pussy Riot’. Steeds meer mensen zien in dat wij hier onwettig en volgens een door en door valse aanklacht worden vastgehouden. Dat raakt me diep. Het raakt me diep dat de waarheid werkelijk boven de leugen triomfeert. In fysieke zin mogen wij dan wel onvrij zijn, wij zijn ondertussen vrijer dan al deze mensen tegenover ons, aan de kant van de aanklager, omdat wij alles kunnen zeggen wat wij willen en dat inderdaad ook doen. Terwijl de mensen die daar zitten uitsluitend dat zeggen wat hun politieke censuur toelaat. Woorden als ‘punkdienst’, ‘Moeder Gods, verdrijf Poetin’ mogen zij niet herhalen; ze mogen niet de regels uit onze punkdienst citeren die op het politieke systeem slaan. Misschien vinden ze dat we opgesloten mogen worden omdat we tegen Poetin en zijn bewind in opstand komen, maar dat mogen ze niet zeggen omdat het hun verboden is. Hun mond is dichtgesnoerd, ze zijn niets meer dan marionetten, hoe treurig dat ook is. Hopelijk zijn ze zich daarvan bewust en zullen ze op een dag ook de weg van de vrijheid, waarheid, oprechtheid kiezen, omdat die boven lafheid en schijnfatsoen, valsheid en hypocrisie is verheven. Passiviteit en het zoeken naar waarheid zijn vanouds elkaars tegenpolen, en in dit geval zien we in de rechtszaal hen die naar waarheid zoeken én hen die iedereen die naar waarheid zoekt willen onderwerpen.


Mensen maken fouten, een menselijk wezen is niet volmaakt, het zoekt altijd naar wijsheid maar kan die nooit bezitten.
Precies daaruit is filosofie geboren, precies daarom is een filosoof degene die de wijsheid liefheeft en nastreeft maar nooit bezit, en juist dat maakt dat hij leeft en handelt zoals hij doet. En precies dat heeft ons naar de Christus Verlosser-
kathedraal gedreven. Ik ben van mening dat het christendom, zoals ik dat na het bestuderen van het Oude en in het bijzonder het Nieuwe Testament versta, juist het zoeken naar waarheid en het voortdurend behalen van overwinningen op jezelf, op je vroegere ik aanmoedigt. Christus trok niet voor niets op met vrouwen van lichte zeden; hij zei dat je hen moet helpen die struikelen. ‘Ik vergeef ze’, maar dat zit er op de een of andere manier niet in bij onze rechtszaak, die zich onder het vaandel van het christendom voltrekt. Naar mijn idee bezoedelt de eiser het christendom.


De advocaten distantiëren zich van hun gedupeerden, zo zie ik het althans. Twee dagen geleden heeft advocaat Taratoechin hier in een toespraak laten horen dat het voor zich spreekt dat een advocaat het niet noodzakelijk eens hoeft te zijn met zijn cliënten. Blijkbaar vindt de advocaat het vanuit ethisch standpunt gênant om degenen te vertegenwoordigen die de drie Pussy Riot-leden in de gevangenis willen zien, geen idee waarom. Maar ook al zou dat hun goed recht zijn, ik wil alleen signaleren dat deze advocaat zich kennelijk schaamt. Die uitroepen als ‘Schande!’, ‘Beulen!’ hebben hem op meerdere manieren geraakt, daaruit blijkt wat mij betreft dat de waarheid en het goede altijd triomferen boven de leugen en het kwaad. Ook lijkt het erop dat de advocaten van de tegenpartij zich door inmenging van een of andere hogere macht continu verspreken, ze noemen ons telkens per ongeluk ‘de gedupeerden’. Dat zeggen zowat alle advocaten, ook advocaat Pavlova, die niet haar cliënt maar ons telkens ‘gedupeerden’ noemt, terwijl ze erg tegen ons is.


Ik plak niet graag etiketten op mensen. Voor mij zijn hier geen winnaars, verliezers, gedupeerden, beklaagden. Het is
tijd om toenadering te zoeken en een dialoog op gang te brengen. We moeten gezamenlijk de waarheid ontdekken, gezamenlijk filosoof zijn en niet alleen stigmatiseren en etiketten plakken. Dat is het laatste wat een mens moet doen. Christus zelf veroordeelde dat. Op dit moment wordt met ons gesold in deze rechtszaak. Wie had ooit gedacht dat de mens en het door hem gecontroleerde staatsbestel opnieuw in staat zouden zijn om totaal ongemotiveerd kwaad te verrichten? Wie had ooit gedacht dat er totaal geen lering is getrokken uit de geschiedenis van onder meer de recente, gruwelijke Stalin-terreur? Je zou in snikken willen uitbarsten als je ziet hoe de methodes van de middeleeuwse inquisitie de overhand krijgen in het rechtssysteem en het juridische stelsel van de Russische Federatie, ons land dus. Maar het huilen is ons na onze arrestatie vergaan. We hebben bij onze punk-optredens moord en brand geschreeuwd, naar ons vermogen, naar ons beste kunnen, over de wetteloosheid van de bestuurders en het bewind, maar nu zijn we van onze stem beroofd.


Gedurende de hele rechtszaak weigert men ons te horen, juist te horen, want horen betekent ontvangen, nadenken ook, de wijsheid betrachten, filosoof zijn. Naar mijn idee moet ieder mens dat diep in zijn hart nastreven, niet alleen iemand die wijsbegeerte studeert. Want daar gaat het niet om, op zich stelt een formele opleiding niets voor. De advocaat Pavlova verwijt ons voortdurend een gebrek aan opleiding, maar wij vinden dat de drang om te weten en te doorgronden er het meest toe doet. Dat is iets wat iemand zelf kan verwerven, buiten een opleidingsinstituut. Onderscheidingen en diploma’s zeggen in dat opzicht niet veel. Iemand kan enorm veel kennis verstouwen en toch geen goed mens zijn... Pythagoras zei al dat ruime kennis niet gelijkstaat aan wijsheid. Jammer genoeg komen wij hier tot dezelfde conclusie. Niets dan decorum, organische levensvormen, lichamen die bij de rechtszaal zijn afgeleverd. Als onze verzoeken na dagenlang aandringen, redeneren en aanvechten al worden behandeld, dan worden ze steevast niet gehonoreerd. Helaas voor ons en voor dit land wordt er wel geluisterd naar de aanklager, die keer op keer ongestraft onze woorden en verklaringen verdraait om ze uit te vlakken. Het schenden van het basisprincipe van hoor en wederhoor wordt niet eens verdoezeld maar heeft juist een voorbeeldfunctie.


Op 30 juli, op de eerste dag van de rechtszaak, presenteerden we onze reactie op de aanklacht. De teksten die we hadden geschreven werden voorgelezen door advocaat Volkova, omdat de rechtbank toen stug weigerde om de beklaagden aan het woord te laten. Dit was de eerste gelegenheid in vijf maanden om ons uit te spreken. Hiervoor zaten wij in detentie, van waaruit we niets konden doen – verklaringen afleggen, filmen –, in het huis van bewaring hebben we immers geen internet. Onze advocaat kan niet eens een document langs brengen omdat ook dat niet toegestaan is. Op 30 juli spraken we ons voor het eerst uit. We riepen op tot toenadering en dialoog in plaats van strijd en confrontatie. Wij reikten dus een hand aan degenen die ons om de een of andere reden als vijanden zien. Hun reactie was honend, ze spuugden in die uitgestoken hand. ‘Jullie zijn niet oprecht,’ verklaarden ze. Jammer. Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten... niet doen! Wij zeiden zoals altijd oprecht wat we dachten. Onze waarheid mag wel weinig reëel en kinderlijk naïef zijn, toch staan we achter alles wat we gezegd hebben, die dag inbegrepen, en wanneer wij belasterd worden gaan we niet terugslaan met laster. We zitten in een wanhopige situatie maar zijn niet wanhopig. Vervolgd zijn we, niet verlaten. Iemand die zich openstelt kun je makkelijk aanvallen en vernietigen, maar ‘wanneer ik kwetsbaar ben sta ik sterk’.2



Hoor ons, ons en niet Arkadi Mamontov,3 verdraai en vervals niet alles wat we zeggen en laat ons via een dialoog in het reine komen met het land dat ook van ons is, niet alleen van Poetin en de patriarch. Net als Solzjenitsyn geloof ik dat het woord uiteindelijk beton zal verwoesten. Solzjenitsyn schreef: ‘Het woord is oprechter dan beton, het woord is van wezenlijk belang, er zullen dan ook nobele mensen opstaan om met hun woord het beton te verwoesten.’


Ik, Katja en Masja zitten vast, in een kooi, maar wat mij betreft hebben wij geen nederlaag geleden. Net zomin als de
dissidenten die in gekkenhuizen en gevangenissen zijn verdwenen verliezers zijn. Zij hebben het vonnis over het bewind geveld. Om het juiste beeld van een tijdperk te scheppen moet je verder kijken dan zijn winnaars en verliezers. Zo maakten de dichters van Oberioe tot de laatste snik kunst die niet rationeel te bevatten was.4 Ze vielen in 1937 ten prooi aan zuiveringen. Aleksandr Vvedenski schreef: ‘We scheppen vreugde in het ondoorgrondelijke, het onverklaarbare is onze vriend.’


Volgens de overlijdensacte stierf Vvedenski op 20 december 1941. Oorzaak onbekend: ofwel de dysenterie in de arrestantenwagon, ofwel een kogel van de bewakers. Plaats: ergens langs de spoorlijn tussen Voronezj en Kazan. Pussy Riot-leden zijn leerlingen en erfgenamen van Vvedenski. Het principe van het slechte rijm is ons eigen. Daarover schreef hij: ‘Als er twee rijmen in me opkomen, goed en slecht, dan kies ik het slechte, dat klopt juist perfect.’ We omarmen het onverklaarbare, het subtiele van Oberioe. Ze betaalden met hun levens voor hun queeste naar een aan zinloosheid grenzende idee, die verwezenlijkt werd door de zinloze, onverklaarbare grote terreur. Ten koste van hun eigen leven bewezen de Oberioe onwillekeurig dat ze het zinloze en het onlogische goed hadden aangevoeld, zoals je zenuwpijn in je zitvlak voelt. Daarmee brachten ze het artistieke op een historisch plan. Een bijdrage aan geschiedschrijving trekt altijd een zware wissel op een mensenleven, maar juist in die participatie schuilt de essentie van het menselijk bestaan. Straatarm zijn en toch anderen verrijken, niets bezitten en toch alles hebben. De dissidenten van Oberioe heten dood te zijn maar zijn springlevend. Hun vonnis is niet hun dood geworden.


En weet u eigenlijk nog waarvoor de jonge Dostojevski ter dood werd veroordeeld? Zijn hele vergrijp bestond erin dat hij door het socialisme begeesterd raakte en tijdens een bijeenkomst van bevriende vrijdenkers, die elke vrijdag in het appartement van Petrasjevski bij elkaar kwamen, teksten van Fourier en George Sand voorlas en op een van de laatste vrijdagen de brief van Belinski aan Gogol reciteerde die volgens de rechtbank vol stond met – let op! – ‘brutale uitvallen tegen de Orthodoxe Kerk en de opperste macht’.5 Na alle voorbereidingen voor de executie en na tien gruwelijke, onmetelijk angstige minuten in afwachting van de dood, zoals Dostojevski het zelf omschreef, werd de strafmaat veranderd in vier jaar dwangarbeid met aansluitend een termijn in militaire dienst.


Socrates werd beschuldigd van verderfelijke invloed op de jeugd vanwege zijn filosofische gesprekken en de weigering
om de goden van Athene te erkennen. Nu stond Socrates in verbinding met een innerlijke god. Hij vocht ook niet tegen
god, zoals hij meer dan eens zelf benadrukte. Maar dat mocht niet baten omdat Socrates invloedrijke stadgenoten tegen zich in het harnas had gejaagd door zijn kritische, dialectische en onbevangen denkwijze. Socrates werd ter dood veroordeeld, wees een ontsnappingsmogelijkheid van de hand, dronk een beker extract van de gevlekte-scheerlingplant leeg en stierf.


Bent u soms vergeten hoe de volger van de apostelen, Stefanus, aan het einde van zijn aardse reis is gekomen? ‘Toen schoven ze mannen naar voren, die zeiden: we hebben hem lasterlijke woorden tegen Mozes en God horen spreken; en ze brachten zowel het volk als de oudsten en de schriftgeleerden in opschudding; en op hem aandringende, sleepten ze hem mede en leidden hem voor de Raad; en ze voerden valse getuigen aan, die zeiden: deze mens spreekt onophoudelijk lasterlijke woorden tegen deze heilige plaats en de wet.’ Hij werd schuldig bevonden en gestenigd. Hopelijk weet iedereen nog wat de Judeeërs tegen Christus zeiden: ‘We stenigen je niet om een goed werk maar om godslastering.’ Ten slotte mogen we niet vergeten hoe Christus werd getypeerd: als ‘bezeten en waanzinnig’. Als de woorden ‘Barmhartigheid wil ik en geen offers’ waren doorgedrongen tot de overheid, de tsaren, de president en de premier, dan zouden zij vermoedelijk geen onschuldigen veroordelen. Vooralsnog is onze overheid vooral vlot met veroordelen en wat minder scheutig met barmhartigheid.


Dank trouwens aan Dmitri Anatoljevitsj Medvedev voor het zoveelste geweldige aforisme: als hij zijn presidentiële termijn inluidt met het motto ‘Liever vrijheid dan onvrijheid’, kan Poetins derde termijn bij gratie van Medvedevs uitspraak prima van start gaan onder het motto ‘Liever opsluiting dan steniging’.


Zou u stil willen staan bij de volgende gedachte, ze is in de zestiende eeuw door Montaigne geformuleerd in zijn Essais.
Hij schreef: ‘Men moet eigen opvattingen wel erg superieur vinden om zijn opponenten levend te laten verbranden.’ En
zou het verantwoord zijn om levende mensen te veroordelen en naar de gevangenis te sturen, louter vanwege veronderstelde opvattingen? Want in werkelijkheid koesteren wij helemaal geen religieuze haat en vijandigheid, zodat de aanklagers aangewezen zijn op valse getuigen. Een daarvan, Matilda Ivasjenko, kreeg wroeging en is niet bij de rechtbank verschenen. Er bleven valse verklaringen van de heren Troitski en Ponkin en mevrouw Abramenkova over. Er is geen enkel ander bewijs van haat en vijandschap, behalve de zogenaamde expertise, die de rechtbank, mits eerlijk en rechtvaardig, ontoelaatbaar dient te vinden. Het is immers geen deskundig, serieus, objectief document maar een vuil, leugenachtig vodje papier uit het middeleeuwse inquisitie-tijdperk. Verder blijkt nergens uit dat er sprake zou zijn van een motief.


De aanklagers schromen om fragmenten uit het interview met Pussy Riot aan te halen omdat die juist het tegendeel
bewijzen. Ik citeer dit fragment nogmaals, volgens mij is het zeer relevant. Het interview is gegeven aan het tijdschrift
Russische Reporter een dag na het concert in de Christus Verlosserkathedraal: ‘Wij respecteren alle godsdiensten en het orthodoxe geloof in het bijzonder, daarom nemen we juist aanstoot aan zulk smerig misbruik van de grote, verheven
christelijke filosofie. We vonden het walgelijk dat al wat mooi is tegenwoordig van achteren wordt genomen, ook nu walgen we ervan en zien het met lede ogen aan.’


Dat we niet aan haatdragende en vijandige uitlatingen deden, wordt door alle getuigen van de verdediging aangetoond
die verklaringen omtrent onze persoonlijkheden hebben afgegeven. Ik wil u ook vragen om naast andere referenties
rekening te houden met de resultaten van het psychologisch en psychiatrisch onderzoek waaraan ik in opdracht van de
recherche in het huis van bewaring ben onderworpen. De bevindingen van de experts zijn als volgt: mijn waarden zijn
rechtvaardigheid, wederzijds respect, humaniteit, gelijkheid en vrijheid. Dit zijn de woorden van een deskundige voor wie ik een vreemde was, rechercheur Rantsjenko had misschien liever gezien dat de deskundige iets anders opschreef, maar alles wijst erop dat de waarheidminnende mensen toch in de meerderheid zijn. De Bijbel heeft het bij het rechte eind.


Ten slotte haal ik graag een lied van Pussy Riot aan omdat al hun liederen gek genoeg profetisch zijn gebleken, ook onze
voorspelling over het hoofd van de KGB en de opperheilige die demonstranten naar het huis van bewaring afvoeren, precies zoals met ons gebeurd is. Dit is wat ik nu wil reciteren: ‘Deuren open, uniform uit, voel met ons hoe de vrijheid ruikt.’







1 In 1937 en 1938 werden miljoenen onschuldige Sovjetburgers buitengerechtelijk tot de hoogst mogelijke straffen veroordeeld op instigatie van de veiligheidsdienst. Veroordelingen werden uitgevoerd door een ‘driespan’, bestaand uit een officier van justitie, een ambtenaar van het ministerie van Binnenlandse Zaken en de voorzitter van het plaatselijke comité van de communistische partij.
2 Citaat uit het Nieuwe Testament (Tweede brief aan de Korintiërs, 12:10).
3 Mamontov werkt als verslaggever voor de Russische staatszender. Hij maakte een film over Pussy Riot die suggereert dat oligarch Boris Berezovski de groep financierde. Berezovski’s doel zou, volgens Mamontov, het destabiliseren van de Russische samenleving zijn.
4 Oberioe was een absurdistische literaire beweging in Sint-Petersburg eind jaren twintig van de vorige eeuw.
5 Michail Petrasjevski was een invloedrijk socialist in het Petersburg van midden negentiende eeuw. Vissarion Belinski was in dezelfde periode een gezaghebbend literatuurcriticus; Tolokonnikova verwijst naar een beroemde kritische brief van zijn hand aan Gogol uit 1847.
6 Nikolaj Berdjajev was een invloedrijk politiek en religieus filosoof in laat-tsaristisch Rusland en Sovjet-Rusland.