Golf en rots

door Dirk Vis

Nieuws, tweets en berichten komen tot je in stromen. Dat lijkt misschien een gelijkmatig gekabbel, maar in elke stroming zitten rimpelingen en golven van wisselende grootte.

De foto van de witte golf die bijna het beeld vult, zou een moderne variant kunnen zijn op de beroemde en eeuwenoude tekening van Hokusai. In zijn watergolf moet je goed kijken om de boten te kunnen zien. Op deze foto zie je de naakte baadster bijna niet.

Hokusai googlen levert meer hits op dan Picasso en Michelangelo bij elkaar. Zoek je op plaatjes, dan krijg je een eindeloze reeks golfjes op het scherm. Reproducties van zijn tekening: een fotorealistische, geënsceneerde Hokusaigolf, de dreigende muur van water uitgeknipt en geplakt boven een surfer, een computergetekende variant achter een zonnebadende vrouw voor een zonnebrandreclame, kleine broertjes en zusjes geprint op t-shirts, jurken en petten en een tattooage-golf op iemands bil. Je hele scherm vol getekend water en opvliegende spetters. Ik denk dat Hokusai van dat beeld gelukkig zou zijn geworden. Hij werkte zijn volledige en lange leven, vulde meters boeken met getekende landschappen, beroepen en bovennatuurlijke wezens en maakte erotische prentenboeken – ‘de boeken om te lachen’, maar is het beroemdst geworden met die ene golf.

De werken van Hokusai bekijkend in een boek met reproducties, trof ik een oude mythe waarin een watergolf verliefd is op een rots. Keer op keer werpt de golf zich liefdevol op de rots. Bij iedere golfslag eet ze hem een klein beetje verder op. Golf en rots hebben elkaar lief, zijn trouw, maar na duizenden jaren wordt de rots poreus, kalft af en stort in zee, dwars door de golf heen naar de bodem van het water. Verveeld gaat de golf – golvin? – op zoek naar een nieuwe rots.

In de rechteronderhoek van de foto hierboven is nog een klein puntje te zien van een rots. Het is een foto van een golf en een vrouw, maar het is het uitzicht van de rots.

Van de schuimvlokken die tussen de camera en de vrouw zweven is moeilijk te zien of ze dichterbij de lens zijn of bij haar. Hun grootte en onscherpte doen vermoeden dat ze dichterbij de lens zijn, maar waar ze ook zijn, ze geven het gevoel dat de vrouw zich bevindt ìn de golf. Ze staat in die metershoge kolking in alle rust. Geen paniek, geen armen in de lucht. Ze weet natuurlijk dat ze wordt bekeken. Roerloos en kalm laat ze zich overspoelen.

Een gelukkig mens is zij die weet hoe en wanneer ze gelukkig is. Ik weet niet van wie ik dat heb, maar ik weet wel heel goed wanneer ik gelukkig ben. Geluk komt in een golf. Niet vaak. De omstandigheden zijn bij mij altijd grofweg gelijk. Ik zit naast iemand die ik graag mag en die zit te studeren in een boek. Ik sta op het punt te lezen, maar doe het niet, want ik word juist dan overspoeld. De laatste keer dat dat gebeurde had ik het boek The Re-enchantment of the World: Secular Magic in a Rational Age samengesteld door Joshua Landy en Michael Saler op mijn schoot. Ik ben er niet aan toe gekomen dat boek ook uitvoerig te lezen, want ik keek op en genoot voornamelijk van mijn favoriete huiskamercafé, van de persoon naast me, van de map met teksten die ik nog door moest nemen, van mijn gesloten laptop met de werkbestanden die op me lagen te wachten, van de nieuwsberichten die ongemerkt binnenstroomden en van de concentratie en het zachte geroezemoes.

De titel van dat boek is me bijgebleven en varianten op die zinsnede lees ik steeds vaker tussen de regels door van de stromen informatie om me heen. Soms komt er een golf die je optilt, onvoorspelbaar als een tsunami. Als iets of iemand je overspoelt dan heb je kort de tijd om te proberen de golf te berijden. Het paradijs kun je niet opzoeken, maar je kunt er wel de omstandigheden voor creëren: trainen, oefenen en goed opletten om zodra de golf komt, je niet te laten uithollen of verzwelgen, maar verkwikken en vernieuwen.