‘Het leven bestaat uit keuzes maken.’ Ik haat die uitdrukking. Waarschijnlijk omdat ik er zelf zo slecht in ben, in keuzes maken, en ze, als ze zich aandienen, altijd zo lang mogelijk probeer uit te stellen, in de hoop dat de tijd wel het werk voor mij zal doen. Hak ik na lang getob eindelijk een knoop door, ben ik er op hetzelfde moment van overtuigd dat ik precies de verkéérde keuze heb gemaakt. ‘Gewoon op je intuïtie vertrouwen,’ zegt men, maar hoe weet ik of die ook niet al zwaar is aangetast door allerlei schijnredeneringen die mijn onbewuste heeft opgezet om mijn leven te saboteren? ‘Het leven bestaat uit keuzes maken,’ jaja, makkelijk gezegd, en de beetje bittere toon waarop het vaak gezegd wordt, te vergelijken met de onverzoenlijke toon die sommige mensen gebruiken bij uitdrukkingen als ‘als je maar je best doet, is er werk voor iedereen’ – die toon is ook al geen aanbeveling. Waar het op neerkomt is dat ik het liefst bij elke beetje serieuze keuze van te voren alle consequenties van de betreffende alternatieven uitgetekend zou willen zien, kortom: hoe de rest van mijn leven eruit zou zien als ik a dan wel b zou kiezen. Hoewel, misschien zou dat de zaak erjuist alleen maar moeilijker op maken.
Ik moet daarbij denken aan het toneelstuk Biographie: Ein Spiel van de Zwitserse schrijver Max Frisch uit 1968, waarin een man, een gedragswetenschapper, de gelegenheid wordt geboden om het leven dat hij tot nu toe geleefd heeft op elk gewenst moment in het verleden een andere richting te geven door een andere keuze te maken dan hij destijds heeft gedaan, in kleine zowel als grote dingen: hij zou zijn huwelijk kunnen redden, politiek actief kunnen worden, de muren van zijn huis een andere kleur kunnen geven. Maar wat gebeurt? Ondanks zijn voornemen om zijn opgedane levenservaring in zijn voordeel te benutten, blijkt de man toch steeds weer dezelfde beslissingen te nemen als vroeger, beslissingen die hem ook nog eens uiteindelijk fataal zouden worden. Een onderzoek, kortom, het stuk van Frisch, naar de mate waarin onze levensloop beïnvloed wordt door willekeurige factoren en, anderzijds, de mate waarin alles juist al van te voren bepaald is door onze eigen innerlijke beperkingen en conditionering. En over ‘spelen met je leven’ gesproken, je kunt natuurlijk ook, net als de hoofdpersoon uit de roman The Dice Man van Luke Rhinehart elke beslissing overlaten aan een worp met de dobbelstenen. Want godweet maakt het uiteindelijk niet eens uit wat je kiest of gekozen hebt.
Allemaal overwegingen die mij zijn ingegeven door het zien van de buitengewoon prettig hallucinante film Mr. Nobody van de Belgische regisseur Jaco van Dormael, over een man in het jaar 2092, niet zomaar een man, maar de laatste mens die in die toekomstige wereld doodgaat van ouderdom en die zich op zijn sterfbed voor het oog van de wereld de verschillende scenario’s voorstelt die zijn leven vorm hadden kunnen geven. Van Dormael is de man die in 1991 hoge ogen gooide met de film Toto Le Héros, over een oudere man in de toekomst, 2030 om precies te zijn, die terugkijkt op zijn leven in een complex mozaïk van flashbacks, afgewisseld met fantasieën over hoe de dingen ook anders hadden kunnen lopen, waarbij het, mede door het subtiele spel dat er gespeeld wordt met parallelle tijdlijnen, zowel voor de kijker als voor Toto zelf, lang niet altijd duidelijk is wat nu wat is. En hij is duidelijk een Man Met Een Thema, want in Mr. Nobody, zijn nieuwe film, is het 2092 en zien we hoe een oude man, een stokoude man, hij is 118 geworden, en beroemd als De Laatste Sterveling op aarde, deels onder hypnose, via een complex geheel van flashbacks en hallucinaties, de verschillende keerpunten in zijn leven terughaalt, inclusief de verschillende scenario’s die verbonden zouden kunnen zijn geweest aan de keuzes die hij destijds heeft gemaakt, of liever: keuzes die hij al dan niet heeft gemaakt, want omdat hij aan verregaand geheugenverlies lijdt kan hij zelf niet meer bepalen wat er nu wel echt is gebeurd en wat niet. Zijn naam is niet voor niets Nemo, niemand, Mister Nobody – wat er zowel op duidt dat zijn eigen identiteit has gone missing als dat hij voor hetzelfde geld juist iederéén zou kunnen zijn, een soort Elckerlyc, Mr. Everyman. Het enige dat echt zeker is, is dat er, als knooppunten van zijn parallelle levens, inderdaad keerpunten zijn gewéést, grote keuzemomenten die in dit verhaal vooral te maken hebben met drie vrouwen die hij al sinds zijn vroege jeugd kent en waarvan Anna zijn grote liefde is: naar háár is hij eigenlijk de hele film op zoek, een zoektocht die eindigt op het moment van zijn dood, of nee, zelfs dan niet, want vanaf dat moment gaat de tijd tot zijn grote vreugde opeens teruglopen.
Dat keuzes maken voor Nemo zo traumatisch is geworden, is terug te voeren op het moment dat hij als 9-jarige de onmogelijke keuze moest maken of hij na de scheiding van zijn ouders met zijn moeder mee zou gaan of bij zijn vader blijven. Een keuze waarbij bovendien ook het toeval, in de vorm van een gebroken veter, nog wel eens de doorslag gegeven zou kunnen hebben.Vanaf dat moment, zou je kunnen zeggen, speelt alles zich af in de verbeelding van dat 9-jarige jongetje, wiens leven geheel in het teken is komen te staan van het verzet tegen de onomkeerbaarheid van de tijd die het maken van de juiste keuze van zo’n levensbelang doet zijn. Als het aan hem lag, en aan het kind in ieder van ons, natuurlijk, zou hij, zouden wij, immers het liefst alle mogelijkheden open houden. Hoewel, zou dat dan niet betekenen dat we daarmee ook de kans op het Echte Grote Geluk Met Die Ene Door Ons Gekozene mis zouden lopen?
Hoe dan ook: we krijgen het allemaal zapsgewijs en als een soort grote vierdimensionale puzzel te zien:hoe de verschillende levens met de verschillende vrouwen eruit heeft gezien cq zou hebben gezien, met daartussendoor ook nog eens verwijzingen naar de chaostheorie, de snaartheorie, de Big Bang en de Big Crunch, de tweede wet van thermodynamica, Kubricks Space Odyssey 2001 niet te vergeten en het befaamde vlindereffect – u weet wel: hoe de vleugelslag van een vlinder in het oerwoud van Brazilië uiteindelijk zal leiden tot een verwoestende storm in Zuid-Italië, of in dit geval tot het vallen van een blad waarover een man uit zal glijden en overeind zal worden geholpen door een passerende vrouw die daardoor je moeder zal worden. Zo’n effect waar je als puber met een joint tussen de lippen urenlang ‘wauw’ van blijft zeggen, en ‘te gèèèk’, net als het geval is met vragen als ‘waarom ben ik die en die en niet iemand anders’, en ‘waarom kunnen we ons het verleden herinneren maar niet de toekomst’ en ‘waarom gaat de rook nooit terug de sigaret in?’ en ‘hoe weet ik nu of ik wel echt besta en geen droom ben?’, ook allemaal vragen die in Mr. Nobody worden gesteld en die de film beslist ook wel iets kinderlijks geven, iets waardoor je af en toe gaat verlangen naar het meer volwassen drama zoals dat nu eenmaal verweven is met de onomkeerbaarheid van de tijd en het besef daarvan. Maar dat zou alleen echt een punt zijn als het allemaal niet zo schitterend en ongelooflijk rijk, speels, intelligent en fantasievol, luchtig en spannend in beeld was gebracht. Beslist een kolkende droomrivier van beelden, deze met een flink budget in Canada en Duitsland opgenomen film, een magische achtbaan soms zelfs, waardoor je je grotendeels opgetogen mee laat voeren naar een melancholieke conclusie, de conclusie zoals ook de 118-jarige Nemo die kennelijk trekt wanneer hij op zijn sterfbed Tennessee Williams citeert: “Alles had ook iets anders kunnen zijn en dan zou het evenveel betekenis hebben gehad.” Even veel of even weinig betekenis, natuurlijk, want de film is niet voor niets begonnen met beelden van een experiment dat bekend is geworden als het bijgeloof van de duif. Als een duif die in een hok zit opgesloten na lang wachten opeens voer krijgt op een moment dat hij toevallig net even met zijn vleugels fladderde, zal hij dat voortaan blijven doen, dat fladderen, in de overtuiging dat het zijn gefladder was dat ervoor heeft gezorgd dat hij te eten kreeg. Aan de andere kant, wat maakt het uit, hoe weinig invloed wij echt op ons leven hebben als het er maar op uitdraait dat we het moment weten te pakken en gelukkig worden met degene voor wie we bestemd zijn. Het is oké een Nobody te zijn, als je maar je Anna vindt.