Ank in Iris Samen met een vriendin heeft ze een dansje ingestudeerd. Om het optreden kracht bij te zetten zijn kettingen, sjaaltjes en plastic tiara’s van stal gehaald. De meisjes glimmen van de voorpret. Het is een lentemiddagdag die naar eeuwigheid ruikt. De fladderende wind en de zon houden een geruisloos juichende hemel overeind. Of het publiek de muziek wil starten. Hoempetoempe en de nasale stem van Kylie Minogue stijgen op uit de draagbare cd-speler. Twee vijf-jarige lichaampjes stappen en draaien, huppelen en wiegelen, zwaaien en buigen. Mijn dochter kijkt me stralend aan, trots op de watervlugge stapjes, de ingestudeerde gebaren. Haar armen en benen bewegen achteloos en precies. Mijn verstand raakt in vrije val. Dit is het hoogste wat een mens in zijn leven kan bereiken: bewegen om te bewegen, op muziek, slim en vrolijk, voor het plezier en bovenal in de zon. Als het dansje voorbij is en het applaus voldoende, rennen ze weg. In de sprongen en het gehuppel van mijn dochter herken ik met schrik een ander. Hoe de arm beweegt en buigt, hoe de voet bijtrekt na de sprong. Mijn moeder, vijfendertig, die aan zee met een strandbal gooit. Er is een filmpje van. Ik zie haar in de armen en benen van mijn dochter, twee jaar na haar begrafenis.