afgelopen jaar erfde ik een kopieerapparaat.
een xerox-F1910 – zo-een die jarenlang
ergens op een openbare basisschool stond,
in een ruimte enkel voor hem bestemd.
anna en ik, we zijn sinds kort een klein huishouden.
dat is niet ogenblikkelijk gebeurd: sommige mensen
worden al een familie na een eerste maand,
bij ons duurde dat langer.
ik heb mijn xerox de babykamer in geschoven.
anna is daarna kato gaan verschonen op een erfenis.
‘precies de goede hoogte’, zei ze.
ik zou zo graag een tweede willen.
anna is ziek. ‘ik weet niet wat het is’
zei de dokter, terwijl hij naar haar arm keek.
thuis legden we haar arm op de plaat en drukten af.
dat zijn we blijven doen. steeds als kato weg is,
openen we de klep, en kopiëren we zorgvuldig
iets van wat van anna is.
‘je voelt de flits,’ zegt ze soms.
het is ’s avonds laat. ik heb anna in de woonkamer
over de vloer uitgespreid. ik buig me over haar heen
en vertel haar hoeveel ik van haar houd,
hoeveel ik van beide vrouwen houd.