Voetballers, applaudisserend




Ik hoop altijd dat profvoetballers iets winnen, of, na veel strijd, nipt verliezen. In beide gevallen is het protocol om naar het vak van hun meest vurige supporters te gaan. Winnen ze, dan is dit een bekend tafereel: op ongeveer twintig meter van het supportersvak pakken ze, vaak op initiatief van de aanvoerder, elkaars hand. In een rij rennen ze naar de zijkant van het veld richting hun fans. Daar steken gezamenlijk kort de handen, die ze nog steeds vast hebben, omhoog. Het is de bedoeling dat de supporters bij elk moment dat de handen omhoog gaan kort gejuich laten horen. Het interval van het handen-omhoog-steken en het juichen wordt steeds korter en feller totdat er alleen gejuich klinkt en de handen permanent in de lucht blijven. De transactie tussen voetballer en supporter is op zo'n moment compleet.


Een ander mooi voorbeeld van deze transactie gebeurt als een verliezend team als leeuwen heeft gevochten. Ook in dit geval zoeken de verliezende voetballers het supportersvak op en krijgen ze van hen applaus. (Tenminste, ik ga in dit geval uit van een realistische supporter die het verlies accepteert en een goeie pot op waarde kan schatten). Het verliezende team beantwoordt dit eveneens met applaus. Dit is vooral mooi voor het beeld want elf klappende mensen tegenover een meute op een tribune hoort bijna niemand. Daarbij moet gezegd worden dat profvoetballers niet applaudisseren zoals jij en ik. Het applaus op het veld gebeurd niet op borsthoogte, zoals bijvoorbeeld na een voorstelling in de schouwburg, maar een stuk hoger. Ik vermoed dit 'hoge' applaudisseren is naar analogie van 'de top bereiken' en 'gaan voor het hoogst haalbare', maar ik weet het niet zeker. Klappende voetballers heffen hun onderarmen tot een hoek van negentig graden ten opzichte van hun romp. Dit is om problemen vragen, gelukkig is daar ook een oplossing voor, daar zo meer over.


Even een zijsprong. Iedereen die een topvoetballer in een nachtclub heeft meegemaakt weet dat hij tijdens het praten zijn handen gebruikt om zijn mond af te dekken. Je zou je kunnen denken dat dit een gewoonte is die ze zich op het veld hebben aangeleerd zodat voetbalanalytici zo niet kunnen liplezen. Ikzelf denk dat het met de verstaanbaarheid te maken heeft, zo doe ik dat ook in een nachtclub. Wanneer een voetballer zich wil tonen aan het publiek weet hij dat het hoofd goed zichtbaar moet blijven. Juist geen handen voor de mond dus. Ook het applaudisseren gebeurt daarom niet vóór, maar náást het hoofd. Wat ook helpt is de nek iets buigen naar de kant waar er niet geapplaudisseerd wordt. De lichaamstaal van de voetballer krijgt zo een licht nederige en dankbare ondertoon, alsof ze willen zeggen: zonder de fans zijn we niets, slechts sportieve mannen met een bovengemiddeld jaarsalaris.


Als laatste een advies over het vasthouden van een schaal, een cup of een beker. Daar draait het immers om! Een beker kan men niet eeuwig omhoog houden, hoe graag de voetballers en de fans dit willen. Dit heeft te maken met de bloedsomloop in de armen, iets waar ik niet te diep op in wil gaan. Als een voetballer op het bordes van een groot plein staat, met naast zich de typische O2-kanonnen en ervoor alle supporters die je het hele seizoen hebben gesteund, zul je moeten maskeren dat je de kracht in je armen ontbeert. Een goede truc is de beker met zoveel mogelijk voetballers zo'n tien centimeter boven de grond vast te pakken. Hou de beker vervolgens zo lang mogelijk op die hoogte. Tip: stel je voor dat het een fluitketel boven een vuurtje is. Als de druk op de ketel (lees: het gejuich van de supporters) tot een climax komt, breng je de beker boven je hoofd waardoor er werkelijk een explosie van applaus en gejuich losbarst. Deze truc is overigens te combineren met de intervaltechniek van het handen-omhoog-steken van alinea 1.