Scholieren kunnen zich schaamteloos vervelen. In het klaslokaal de wijzers van de klok met je ogen vooruit proberen te duwen. Er is zo’n overvloed aan tijd dat die alle kanten op stroomt en maar niet vooruit lijkt te gaan. Een klas vol mensen die zich wentelen in een weelde van duur. Wanneer je je diploma krijgt, verlies je de vaardigheid om op die manier de tijd stil te zetten.
Oneindig als het voelt voor leerlingen, op school is alles tijdelijk. Semesters, uren, toetsen, pauzes: eindeloosheid ingeperkt. Er wordt gekaderd gekozen en gefocust en tijd word tijdelijkheid. Groepjes en rages zijn van korte duur. Modes, sneakers en rokjes zijn een moment ‘in’. Verliefdheden en vetes gaan nog voor het einde van de pauze voorbij.
Sommige mensen spenderen het grootste gedeelte van hun leven in die tijdelijkheid. De conciërge, de kantinejuffrouw en de docent, zij kennen de meeste schooldagen. Iedere docent weet wat het is om de tijd verkruimeld te zien worden door ongeïnteresseerde, jonge ogen.
Een fotograaf neemt een foto en gaat een kortdurende verstandhouding aan met het object voor zijn lens. De fotograaf neemt iets van het onderwerp en dat kan alleen als het dat ook wil geven. Er is altijd een wisselwerking, dat was al zo aan het begin van de fotografie. Meer dan een eeuw geleden gaf de Sioux-strijder Sitting Bull uitgerust in traditionele kleding en tooi toestemming voor zijn portret. Het was op dat moment al duidelijk dat zijn cultuur op het punt stond weggevaagd te worden door die van de nieuwelingen met hun camera’s en hij moet gedacht hebben aan hoe hij herinnerd wilde worden. Want vastleggen en verdwijnen zijn verwant. Sinds er wordt bijgehouden hoeveel exemplaren er van in het wild levende dieren precies zijn, sterven ze uit. De extinctie van de megafauna valt samen met de eerste menselijke registraties ervan, de grottekeningen. Er zijn hele scholen fotografen die registraties maakten van hun ontmoetingen met inheemse volkeren, van zeldzame natuurgebieden of van watertorens omdat die werden bedreigd.
Ik kom maar niet af van de intuïtie dat het omgekeerde ook waar is: dingen verdwijnen doordat ze worden gefotografeerd. Het is een misvatting dat de camera een gereedschap is dat representeert, het is een tool om te laten verdwijnen, schrijft kunstenaar en essayist Hito Steyerl trefzeker.
In het dagelijks leven lukt het prima om de wonderlijke kracht van fotografie te vergeten. Maar als je volhoudt dat de gekopieerde afbeeldingen op foto’s de werkelijkheid zijn, verandert de echte wereld in een onwerkelijke wereld van plaatjes, waanbeelden en fantasmen. Foto’s zijn geen passieve herinneringen of objectieve manieren om iets vast te leggen. Het zijn actieve middelpunten die de wereld om hen heen veranderen. Een Mentos in een colafles veroorzaakt een fontein. Een standbeeld verandert het hele plein. Een cijfer het schooljaar.
In de korte transactie die plaatsvindt tussen beide zijden van de lens geeft het gefotografeerde object toestemming voor de registratie en neemt daarmee meteen afscheid: dit gebouw, dit lijf, dit moment, dit mag zo naar het schimmenrijk.
Wanneer je als volwassene een docent van vroeger ontmoet, blijkt die een eigen leven te hebben gehad los van jouw tijd op school. Je dacht dat leraren er voor jou waren, maar komt erachter dat jij hen ook iets gaf zonder dat je het wist. Wat je hebt gegeven is even waardevol en onaanraakbaar als wat een object geeft aan een fotograaf. Op deze foto zie ik die twee dingen samenkomen. De schooljongen poseert half verscholen en zelfbewust zonder zich anders voor te doen dan hij is. Zijn exact gecoiffeerde haren komen voort uit uitentreuren herhaalde handelingen. Er zit ook gel in het gedeelte van zijn kapsel dat het niet nodig heeft. Zo’n foto kan de wijzers van de klok vertragen. De wereld van deadlines en takenlijstjes, van conventie en identiteit, van jou en van mij, proeft even van de luxe van de eindeloze tijd.
Beeld: Arjen Ronner. Deze tekst wordt in gewijzigde vorm opgenomen in het binnenkort te verschijnen fotoboek "Schooldaze" van fotograaf Arjen Ronner.