Het zijspoor

Podcast / 13.05.24

Digitalis

Erwin Hurenkamp


CLXXI. Hoofd-stuk. Digitalis, Vinger-hoeds-kruid.

uit Den Neder-landschen Herbarius ofte Kruidboek der voornaamste Kruiden, tot de Medicyne, Spys-bereidingen, en Konst-werken dienstig (Steph. Blankaart 1698):

*

DE eerste soort heeft lange, breede, bleik-groene, spits toeloopende
en aan de kanten een weinig gekartelde bladen

die van wit wolle-kruid byna gelykende, dog wat kleinder
en soo wollig niet –

leg me uit is het een glijdende schaal
ontstaan hier situaties ontstaan ze simultaan

de bloemen zyn langwerpig, hol en byna een vinger-hoed gelykende
rood-paars of purper, van binnen met witte stipjes geteikent als kamers

ruimten in hetzelfde huis maar muurloos
dakloos en
eindig

de wortel is gans veselagtig

waar zijn deze kamers van gemaakt
welk spul
kleeft het

is het elastisch
of veselagtig

*

feit is dat jij er ligt met

hallucinaties
convulsies
een delirium

je zwelt op

houdt vocht vast
achter je longen

amper ademend
kleverig
week

giftig
DE tweede soort het tweede lichaam

heeft alleen wat langer en breeder bladen: en de bloemen zyn wit
of seer bleek-paars ofte purperagtig van koleur

hier is, inderdaad, een situatie ontstaan:

Hildegard von Bingen onderzoekt een plant
waarvan ze de werking niet kent

hoe het kruid te plaatsen ten opzichte van de humeuren

correspondeert de kleur
het sap
de smaak

met slijm
bloed
of gal (geel of zwart)

*

wat haar raakt

zijn de purperkleurige vingers
die besluiteloos noch volledig
opgericht noch beschroomd
volledig neerwaarts

neigen

*

tussenstand

uitgestrekt of
uitgesmeerd

in deze kamer gaat het over allesomvattende
grensoverschrijdende

transcendentie
het mirakel

van de ziel die opstijgt
in volmaakte harmonie

hoor dan
hoor

hoe achteloos nu de ademhaling
DE derde soort heeft smalder bladen
zynde geribt, effen, kaal – zeg, andere kamer

mama knielt met een rozenkrans
in haar gevouwen handen

mama brengt verslag uit:

we hebben de bloemen van het kruid
in de wieg van de zuigeling verstrooid

dit houdt de duivel op afstand

*

[de bladen zyn] donker-groen, maar van onderen bleiker;
een weinig rontom gekartelt

ze sluit de kamer
daalt de trap af

struis

baby huilt

*

de bloemen zyn geel en mamma neemt kennis van

de hallucinogene
de genezende
de verdovende

maar ook giftige effecten van dit heksenkruid

*

man komt kamer binnen
man neemt drukpers ter hand:

Dit gewas is bitter
en de kragten onbekend


verder komt hij niet
DE vierde is de derde gelyk, maar de bladen zyn wat kleinder en smalder

hier ontstaat botanische nomenclatuur – de indexering
van het geslacht
van de plant

de aantallen
meeldraden

bepalen de klasse
stempels de orde

elk organisme gereduceerd tot soort

*

ook zyn de bloemen geelagtig ofte bleikagtig en wat kleinder

het blad bevat hoge concentraties digoxine en digitoxine
dit zijn glycosiden we weten hoe deze uit het kruid te winnen

om hartritmestoornissen in bedwang te houden
deze stoffen zijn tevens zeer giftig

en vrij toegankelijk kijk maar in de achtertuin

*

het materiaal is hoewel veselagtig
ontoereikend voor een reconstructie

van het woord
van de kamers
in het huis

van het vijfde lichaam
dat maar niet wil ademen

zoals één, twee, drie en vier

Dese alle waschen alhier in de Hoven en bloeijen in Hooi-maand
en Oogst-maand. De plant blyft des Winters over;

en werd mede van saad gesaaid.

Erwin Hurenkamp (Deventer, 1993) begon met schrijven toen hij merkte dat de leugen wel gewaardeerd wordt als je haar verhaal noemt. Hij studeerde literatuurwetenschap en Cultural Analysis in Amsterdam. Daar woont hij nog steeds. Hij debuteerde in 2023 met de dichtbundel Nu we er toch zijn. Die stond op de longlist van de Grote Poëzieprijs, werd genomineerd voor de Herman de Coninckprijs en is genomineerd voor de Poëziedebuutprijs aan zee.

Meer van deze auteur