Redactioneel / 12.12.24
In Slaap
Dossier
in slaap
Verhaal / 15.12.24
TWEEDE SLAAP
In 2022-2024 verbleef Ananda Serné drie keer een aantal weken in Ny-Ålesund, een wetenschapsdorp op Spitsbergen. Deze tekst en Een melkachtig blauw licht zijn losjes gebaseerd op gesprekken en ontmoetingen die zij in deze periode had. Ze spelen zich af in een staat tussen slapen en waken, maar zijn op verschillende manieren uitgewerkt, waarbij eenzelfde droom wordt aangeraakt en uitvergroot.
TWEEDE SLAAP is de oude naam voor wat nu bekendstaat als REM-slaap, het is de periode waarin de meeste dromen plaatsvinden en het is essentieel voor de gezondheid van de hersenen.
[Twee personen zitten in de lege kantine van een onderzoekstation op Spitsbergen. Een van hen vouwt een stapel blauw textiel.]
Wist je dat mensen hun slaap vroeger opsplitsten en in twee aparte cycli rustten, een vroeg in de avond en een vroeg in de ochtend? Met een pauze ertussenin.
Ja, daar heb ik over gehoord.
Kunstmatige verlichting veranderde ons circadiaans ritme en het stelde mensen in staat om langer op te blijven, maar we moeten nog steeds vroeg opstaan, er is geen tijd meer voor een pauze, daarom slapen veel van ons tegenwoordig in één lange slaap.
We koppelen vroeg opstaan aan productief zijn, uitslapen op werkdagen is iets om je voor te schamen. Er is dus een drang om al je slaap in één keer te krijgen en dit zo snel mogelijk te doen, zodat je niet te laat wakker wordt.
Als gevolg hiervan lijden we aan slapeloosheid, nachtelijke angst; we worden om vier uur wakker en kunnen de slaap niet meer vatten.
Heel kleine organismen hebben ook een slaap-waakritme.
’s Nachts probeer ik te denken aan het uitgestrekte landschap hier, bedekt met sneeuw.
Vroeger kalmeerde dit me, maar tegenwoordig denk ik aan de smeltende gletsjers.
[Stilte.]
Hier in het poolgebied bevriest mijn neushaar binnen twee minuten. Ik vroeg een van de natuurkundigen of zij hetzelfde ervaart, maar ze zei van niet.
Misschien is mijn neushaar uitzonderlijk lang en vochtig.
Zou kunnen.
Jij heet Montana, toch? Als ik het me goed herinner ben je microbioloog.
Klopt.
Je weet waarschijnlijk al waar ik het over had, want tijdens ons vorige gesprek leek je erop gefixeerd om zo lang mogelijk jong te blijven. Slaaphygiëne is natuurlijk essentieel voor een eeuwige jeugd.
Niet gefixeerd, gewoon geïnteresseerd.
Mooie huid.
Het gaat me niet om mijn huid. Ik geef mijn ouders ook anti-verouderingssupplementen, om hun welzijn te verbeteren.
Ik slaap verschrikkelijk slecht sinds ik hier ben.
Wallen onder mijn ogen, schaduwen in mijn gezicht. Jij heet Ombretta. Dat betekent kleine schaduw, zei je.
Ja. Maar laten we het weer over het poolgebied hebben, wat heeft je daar gebracht?
Hier, bedoel ik.
Ik ben microbioloog, dat hebben we al gezegd. Ik bestudeer heel kleine organismen die in extreme omstandigheden leven, zoals hier in het poolgebied.
We zouden daar eigenlijk helemaal niet moeten zijn, hier, in dit landschap bedoel ik.
Ik weet het. En toch zijn we hier, we blazen zeepbellen in de kristalheldere lucht om ze te zien bevriezen en vervolgens uiteenspatten.
Het is biologische zeep. Maar toch.
’s Nachts draag ik oordopjes en een ruisonderdrukkende koptelefoon, de onderzoekers op mijn station zijn nogal luidruchtig.
Het lijkt me moeilijk om in je slaap te bewegen met dat ding op je hoofd.
[Ze zitten een tijdje in stilte. Montana kijkt door een verrekijker uit het raam, Ombretta vouwt nog wat textiel.]
Als je door de verrekijker kijkt, zie je een groep rendieren dicht bij de gletsjer.
Is dat de plek waar je de blauwalgen bestudeert? Buiten in het veld?
Ja. We denken dat blauwalgen zelfs op Mars kunnen overleven. Om de zwaarste omstandigheden te doorstaan, verzinkt de blauwalg in een rusttoestand.
Zoals slaap?
Nou ja, ze drogen min of meer uit.
Blauwalgen zijn organismen die van pas kunnen komen bij de kolonisatie van Mars, ze helpen met de productie van zuurstof. Cyanobacteriën kunnen dienen als voedselbron. Spirulina bijvoorbeeld, is een van de voedingssupplementen die ik mijn ouders geef.
Ik zag een foto van je in een Mars-simulatiecentrum.
In Utah.
Je droeg een soort ruimtepak. Die nacht droomde ik van astronauten in een woestijn.
Ik vroeg me af: is het vanwege Mars dat je geïnteresseerd bent in een lang leven waarin je tegelijkertijd jong blijft?
Zou kunnen.
[Stilte.]
Denk je dat we onze dromen tegenwoordig minder goed onthouden dan onze voorouders dat deden omdat het minder gebruikelijk is om ’s nachts wakker te worden, omdat onze slaap niet meer in die verschillende stukken is opgedeeld?
Ik word altijd wakker ’s nachts.
Dat zei je, ja.
Een slechte nachtrust veroorzaakt geheugenproblemen.
En bedankt.
Dat is echt zo.
[Ombretta pakt de verrekijker en kijkt erdoorheen.]
De rendieren lopen naar het oosten.
Dat klopt, ja.
Dat kun jij niet weten, ik ben degene die door de verrekijker kijkt.
Ze lopen altijd naar het oosten.
Je ziet er jonger uit nu, misschien is het het licht.
Jonger dan aan het begin van dit gesprek, bedoel je?
Het zijn trouwens niet alleen blauwalgen, andere organismen maken ook gebruik van een sluimertoestand om barre omstandigheden te doorstaan.
Winterslaap.
Wat kan ik je nog meer vertellen?
Er komt een melkachtig blauw licht uit het afkooksel dat ik gebruik om deze stoffen te verven. Ik bewaar de emmer in mijn slaapkamer. ‘s Nachts straalt er een vreemd licht vanaf, zoals van die algen die in het donker oplichten.
We praten vaak over slaap.
Op het onderzoeksstation, bedoel je?
Veel van ons hebben er moeite mee, het is ofwel te licht of te donker.
Wanneer in de lente de middernachtzon arriveert, plakken we aluminiumfolie op de ramen om de kamers te verduisteren, zilveren zeeën.
Over zilver gesproken, ik dacht dat ik erg blond was bij mijn slapen, maar mijn kapper vertelde me dat ik grijs begin te worden.
Wil je wat van mijn anti-verouderingssupplementen? En waarom kleur je al dat textiel eigenlijk? Dat heb je me nog niet verteld. De stoffen doen me denken aan lakens. Dompel je al ons beddengoed in die blauwe vloeistof?
Het is gewoon zodat ik iets te doen heb, iets om mijn handen bezig te houden.
Hoewel ik het idee heb dat een goede nachtrust mijn grootste verantwoordelijkheid is terwijl ik hier ben. Ook denk ik dat het lakens en beddengoed zijn, niet een bed zelf, dat ons een gevoel van geborgenheid geeft. Het verven van de lakens zou het misschien makkelijker voor me maken om te slapen hier.
Tot nu toe heeft het niet echt geholpen.
Er hangt een vreemd gezoem in de lucht als ik rond vier uur wakker ben,
als een slaapliedje, maar heel zacht.
Ik denk dat het van het blauwe afkooksel komt,
de vloeistof die ik gebruik om de lakens te verven.
Laatst ging ik om vijf uur ‘s ochtends naar de wasruimte, de zon was al op, de sneeuw kraakte onder mijn laarzen en het dorp was zo stil, dat ik bang was dat mijn voetstappen iemand wakker zouden maken.
Je moet je was ook niet zo vroeg doen.
Ik bewaar de blauwe pigmenten - indigo en fycocyanine van de blauwalgen - in luchtdichte containers vlak naast de wasruimte.
In de droogruimte.
De droogruimte, ja.
Het zou beter zijn als je niet gaat ronddwalen ‘s nachts, probeer gewoon weer in slaap te vallen.
Ik verlang naar een diepe slaap zonder dromen.
Ooit zul je zo slapen.
Bronnen:
Gesprekken over slaap tijdens mijn verblijf in Ny-Ålesund, een onderzoeksdorp op Spitsbergen
At Day’s Close: A History of Nighttime, A. Roger Ekirch
The Century of the Bed, Beatriz Colomina
The forgotten medieval habit of two sleeps, BBC Future, Zaria Gorvett
Redactioneel / 12.12.24
Dossier
in slaap
Verhaal / 15.12.24
Dossier
in slaap
Poëzievideo / 15.12.24
Dossier
in slaap
Poëzie / 15.12.24
Dossier
in slaap
Poëzievideo / 06.12.24
Dossier
in slaap
Verhaal / 01.12.24
Dossier
in slaap
Poëzie / 19.10.24
Dossier
in slaap