Redactioneel / 17.01.22
Blauwen
Dossier
Blauwen
Beeld & Poëzie / 08.11.24
Voorpublicatie Wat we achterlaten in het zand
Beeldend kunstenaar Pé Okx en dichter Pim te Bokkel maakten samen de bibliofiele bundel Wat we achterlaten in het zand. Deze bundel, die 16 november in een beperkte oplage verschijnt, laat zich lezen als een wandeling van het strand, door de duinen, via de bebouwde kom en dwars door de polder terug richting zee. Hieronder lees je meer uit en over deze bundel.
Zweven is het
deinen
op een dunne lijn
Dansen
met de dreiging van het
onvermijdelijke
Dat weet
op de tegel de lijster
die zichzelf
bekijkt
Voorbijgelopen
ingekaderd
door de dauwdruppels gezegend
blijft zij koud opgetild
een lichaam
dat de grond niet vindt
Komt tijd
komt het moment dat iemand in het schelpenpad
de afdruk
van een pad ontwaart
Meermin die naar de libellen sprong
sprong tot zij haar sprong doorzag
in het kringen
van de waterplas
de meermin die zij niet meer was
De sprong
en steeds de grond
waar eens een kind haar tussen hinkels
op het schelpenpad
vereeuwigd met de aarde vindt
Over het tijdloze blauw van cyanidezouten
In De Kapberg, een galerie in Egmond aan den Hoef, wordt mijn blik gevangen door een blauwe meeuw. In het strandzand ligt het beest, levenloos, terwijl de wind de veren en het tere lijf zandstraalt. Dierbaar hangt het wezen daar, ingelijst, vastgelegd in blauwtinten -
Het is alsof ik meeleef met het dier, terwijl ik weet dat het al niet meer leeft.
Het eerste dat de dode lichamen verliezen zijn hun ogen. Kraaien, meeuwen pikken het zachte weefsel uit de kassen. De aaseters willen niet aangekeken worden tijdens de maaltijd, vertelt de kunstenaar, Pé Okx, me later. Zo wordt het licht uitgedaan, wordt de wereld langzaam van kleur ontdaan. En zo verschuift ook de indruk die de wezens achterlaten van de warme kleuren in het spectrum naar de koude, de blauwen, de UV-, X- en gammastralen. Ik stel me voor dat het wezen in dit licht terugkijkt naar het koude lichaam dat daar zonder ogen ligt - dat de ziel in dit oneindige blauw zichzelf doorziet.
In 1842 ontdekte John Herschel dat het mogelijk is om met ijzerzouten cyaanblauwe afdrukken te maken. Een jaar later bracht de Engelse botanicus Anna Atkins als eerste een boek uit met cyanotypische afdrukken van planten - met deze fotogrammen wordt zij door sommigen gezien als de eerste fotograaf, leert het internet me. Vanaf dit moment is het mogelijk om met calqueerpapier goedkope afdrukken van tekeningen te maken. De techniek wordt dan veel gebruikt in de bouw en de industrie tot, in het kort, Xerox zijn kopieerapparaten op de markt brengt. Een ingelijste bouwtekening van een boot in een expositie van Okx met Charlotte Caspers herinnert nog aan deze geschiedenis.
Tegenwoordig winnen blauwdrukken, in het bijzonder fotogrammen van bloemen en planten, aan populariteit op TikTok en Instagram. Maar Okx verdiept zich al tien jaar in deze techniek, is gefascineerd door wat hij zelf omschrijft als ‘het grillige handmatige proces dat zorgt voor verschillende blauwtinten en grafische effecten.’
Berlijns blauw is het eindresultaat - ook wel Pruisisch blauw genoemd, naar de woonplaats van de Duitse chemicus Johann Jacob Diesbach, die het pigment waarschijnlijk ergens in 1706 per ongeluk ontdekte. Als je de eerst nog gele, op het papier gestreken ijzerzouten belicht, blijven de onbelichte delen wit, vertelt Okx in zijn atelier in de oude melkfabriek van Groet. Nadat ik een gedicht bij zijn ontmantelde mantelmeeuw schreef ontstond een mailwisseling. Hij nodigde me uit om het proces met eigen ogen te zien. Een felle UV-lamp en een tikkende tijdschakelaar zijn onderdeel van de proefopstelling. Met de chemicaliën in de koelkast doet het geheel denken aan een laboratorium uit de tijd dat wetenschappers nog geen hooggespecialiseerde technici waren, maar breed geïnteresseerde multitalenten. Als de schakelaar uitgeteld is, dooft het licht en spoelen we het vel uit in koud water. Langzaam maar zeker ontstaat de afbeelding, een dode lijster, haar verenpak met dauwdruppels bepareld - we hangen haar aan een waslijn te drogen.
Het verdampen van water gaat gepaard met warmteverlies. In de warme melkfabriek voelt het natte papier koud aan - koud als de dieren die we later steeds vaker vinden tijdens wandelingen in het kustgebied van Noord-Holland. Zo koel zijn ook de lichamen van de zeehond, de lijster en de reiger in het landschap. Hun geest werd, terwijl wij keken, één met de geestgrond.
Dat alles gaat er door me heen, wanneer ik in de galerie in Egmond aan den Hoef naar die ene, ingelijste blauwdruk kijk, een rilling langs mijn ruggengraat - ik heb er nog geen woorden voor. Het wezen van de meeuw is uit het lijf gestapt en kijkt met mij terug naar wat daar nu nog in het strandzand ligt.
Pim te Bokkel
Redactioneel / 17.01.22
Dossier
Blauwen
Beeld & Poëzie / 08.11.24
Dossier
Blauwen
Verhaal / 21.06.24
Dossier
Blauwen
Beeld & Poëzie / 08.09.23
Dossier
Blauwen
Poëzie / 19.10.22
Dossier
Blauwen
Geluid & Poëzie / 12.10.22
Dossier
Blauwen
Beeld & Poëzie / 08.08.22
Dossier
Blauwen
Beeld & Poëzie / 08.08.22
Dossier
Blauwen
Poëzie / 17.01.22
Dossier
Blauwen
Essay / 21.01.22
Dossier
Blauwen
Poëzie / 22.01.22
Dossier
Blauwen
Essay / 19.02.22
Dossier
Blauwen
Interview / 24.01.22
Dossier
Blauwen
Essay / 22.01.22
Dossier
Blauwen
Poëzie / 27.01.22
Dossier
Blauwen