Blauwen

Verhaal / 15.12.24

Een melkachtig blauw licht

Ananda Serné

In 2022-2024 verbleef Ananda Serné drie keer een aantal weken in Ny-Ålesund, een wetenschapsdorp op Spitsbergen. Deze tekst en Tweede Slaap zijn losjes gebaseerd op gesprekken en ontmoetingen die zij in deze periode had. Ze spelen zich af in een staat tussen slapen en waken, maar zijn op verschillende manieren uitgewerkt, waarbij eenzelfde droom wordt aangeraakt en uitvergroot.

Een melkachtig blauw licht

Ik kan jullie goed verstaan ja.

Zal ik dan maar beginnen?

Wat zeg je? Nee, nu hoor ik een ruis.

Oké.

Ja, oké, ik begin.

Ik begin ja.

Nou, het begon ermee dat ik me zorgen maakte. Ik maakte me zorgen om mijn ouders. Ik wilde dat ze een lang en gelukkig leven zouden leiden. De voedingssupplementen zouden daarbij helpen. Dat was het begin. Later, ik werkte als bioloog op een onderzoeksstation in het poolgebied, toen zag ik een advertentie om op Mars te werken. Het poolgebied was al hard aan het smelten. Het warmere klimaat en de regen veroorzaakte lawines. Er was een lawine die rakelings langs het dorp scheerde, het hondenhok raakte bedolven. Gelukkig waren de husky’s op dat moment net op pad, maar ik zag een dode poolvos die minder geluk had.

Ik kwam ook niet echt verder in mijn carrière, alle interessante mogelijkheden gingen steeds naar anderen. Ik was kortom toe aan verandering. En ik was niet de enige, op het onderzoeksstation was er een hele groep nieuwsgierig naar Mars.

De advertentie, ja, hij kwam verschillende keren langs. Misschien zagen ze poolonderzoekers als geschikte kandidaten. Ik wilde in elk geval zo fit mogelijk op de sollicitatie verschijnen en begon te experimenteren met voedingssupplementen gemaakt van blauwalgen.

Blauwalgen ja. Het zijn eigenlijk geen algen, maar bacteriën. Om de zwaarste omstandigheden te doorstaan, verzinkt de blauwalg in een rusttoestand. In het poolgebied onderzochten we of die blauwalg ook op Mars kan overleven.

Wat zeg je?

Ja, dat was in het begin.

Ik reflecteerde op mijn leven, er was veel tijd om na te denken daar. Mijn jeugd voelde soms als een feestje waar ik wel naartoe was geweest, maar omdat ik zo gespannen was had ik er niet echt van kunnen genieten. Nu klampte ik me vast aan het beetje tijd waarin men me nog als jong zou kunnen bestempelen. Door de kou kreeg ik barstjes in mijn huid. Al snel begon ik naast de voedingssupplementen ook gezichtsmaskers te gebruiken.

Nee, niet gefixeerd, ik was gewoon geïnteresseerd. Geïnteresseerd in manieren om mijn jeugd te verlengen. Ik sliep niet goed daar in het poolgebied, de nachten waren simpelweg te licht. Dat zal er ook mee te maken hebben gehad, slaaphygiëne is essentieel voor een eeuwige jeugd.

Hoe oud ik toen was? Doet dat ertoe?

Ik hoopte dat mijn huid ook in een soort rusttoestand zou verzinken, dat het verouderingsproces werd stopgezet. Die zomer begon ik zelf voedingssupplementen van blauwalgen te maken. Ik weet nog dat het zomer was omdat de zon heel hoog stond.

Nee, ze ging niet onder, de nachten waren fel verlicht. Sommigen konden er niet tegen, ze bezweken aan daglichtvergiftiging. Die zomer – wat zeg je?

Ja nou je zag ze steeds bleker worden, een heel diep blauw onder hun ogen. Mooi blauw was het wel, maar slaaptekort versnelt het verouderingsproces, dus zij konden niet mee toen we vertrokken. Nee, want op het ruimtestation was het ook altijd licht. Kunstmatige verlichting, dat wel, maar toch.

Die zomer in het poolgebied begon ik de vaten met het blauwe afkooksel te bewaren. Het afkooksel dat ik als gezichtsmasker en verjongingskuur gebruikte. Er kwam een melkachtig blauw licht uit de vloeistof. Ik bewaarde een emmer op mijn slaapkamer. Vooral ‘s nachts wanneer de gordijnen waren toegetrokken straalde er een vreemd licht vanaf, zoals van die algen die in het donker glinsteren.

Op het onderzoeksstation bedoel je? Ik hoor weer een ruis.

De dag waarop we vertrokken kan ik me nauwelijks voor de geest halen. De spanning, nee de extase, verhult die dag in een mist.

Wat zeg je? Grijze mist? Nee de mist had geen kleur, het was gewoon een nevel die een beetje om ons heen hing, alsof gelijk met onze hartslag de luchtvochtigheid toenam.

En toen waren we er. Na een reis van heel veel maanden waren we er. En ja het was alsof we er altijd al waren geweest. Ik moet er wel bij zeggen dat bij onze aankomst de cruciale infrastructuur al was gebouwd. We verbleven in ruime zalen die me destijds aan tuinkassen deden denken. Alles was op een minimalistische manier weelderig. Zoiets bestaat ja, alsof we in een reclame voor ruimtearchitectuur zaten. Ja, toen begonnen de hoogtijdagen op de rode planeet. In de media werd het ruimtestation soms beschreven als afgelegen, maar dat voelde ik niet zo. In de hoogtijdagen arriveerden steeds nieuwe gezichten, de groep vervormde als een conglomeratie van zeepbellen. We aten de maaltijden samen in de kantine, op zaterdagen was er een bar. Het was misschien wel de meest sociale periode uit mijn leven. Iedereen was jong en mooi en allemaal dronken we cocktails die blauw glinsterden als je ze tegen de lichtbuizen hield. Het deed ons denken aan zeeën en dolfijnen, die hadden we toen al een hele tijd niet gezien.

Wat zeg je? Lijk ik ouder nu? Komt misschien door het licht.

Een paar jaar ging dat zo door. Het blauwe afkooksel schitterende in de temperatuur regulerende ruimtes die we speciaal hadden voorzien. Wanneer we maar wilden konden we onze persoonlijke voorraad aanvullen. Blauwe bubbels in een champagneglas. De atmosfeer raakte verzadigd, als felle zon boven de zee in juli, zo blauw dat het op barsten stond. Dat sukkelde een tijdje zo voort. En toen waren de hoogtijdagen plotseling voorbij. Er hing een vreemde geur in de lucht, iets met ziekenhuizen. Langzaam kleurde de rode planeet grijsblauw als een mensenlichaam waaruit het leven vertrekt.

De gezichten begonnen uiteen te spatten. Het ging heel geleidelijk. De eerste uiteenspattingen werden nauwelijks opgemerkt. Later waren de vloeren glibberig van het schuim. Met een dweil probeerde ik de zalen begaanbaar te houden. Er arriveerden nog wel eens nieuwelingen, maar die spatten ook meteen uiteen.

Die ruis weer. Horen jullie me wel?

En toen was ik alleen. Na al dat zijn samenzijn, de cocktailavonden, mijn kamergenoten, toen was dat wel even wennen ja.

Waarom ik niet alleen wilde zijn? Ja nou omdat het helemaal de bedoeling niet was dat ik daar alleen zou zijn. Een heel ruimtestation voor mezelf. Ik denk dat de meesten daar ongemakkelijk van zouden worden.

Het ergste was het geluid, ik hoorde alleen mezelf. Ik hou er niet van om mezelf te horen.

Wat zeg je? Wat een rare vraag. Het betekent niet dat ik meteen een hekel aan mezelf heb. Als ik alleen mezelf heb om naar te luisteren, dan word ik zwaar.

Mijn gedachten werden zwaar toen ik daar in mijn eentje zat. Alles werd uitvergroot, het blauw begon me te verblinden, het licht dat uit het afkooksel kwam was te fel. Mijn hoofd stond op uiteenspatten, ik voelde het, en wat nog erger was, ik zag het als ik in de spiegel keek. Ik vergrendelde de deuren van de blauwe hal en gooide de sleutel de ruimte in. Buiten was de hemel rood en wazig van zwevend stof. Het kunstmatige licht scheen toen niet meer voortdurend, er waren dagen dat ik in het donker zat. Ik keek omhoog, naar de donkere bergen en de twee aardappelvormige manen. Ook op Mars zijn er lawines en voor het eerst werd ik bang.

Niet voor lawines, maar voor het alleen-zijn, ik had niemand om mee te praten. Ik had niemand om tegen te zeggen ‘hé ook op Mars zijn lawines’ en dat die ander dan zou zeggen ‘oh wat grappig’ en dat we dan herinneringen aan onze tijd in het poolgebied zouden oprakelen, aan onze jeugd eigenlijk. Die ander zou dan over eten beginnen, al het voedsel dat we sinds onze aankomst niet meer hadden geproefd, en ik zou me er een voorstelling van maken, de geuren ruiken, mijn maag zou er zelfs van beginnen rommelen. Ja zo zou het gaan.

Het vreemde is dat ik de eerste was die met de voedingssupplementen begon.

Ja, ergens moet het mis zijn gegaan.

Ananda Serné (1988) verdeelt haar tijd tussen Nederland en Noorwegen, waar ze werkt als schrijver en beeldend kunstenaar. Ze behaalde een MA in Fine Art aan de Iceland University of the Arts.

Meer van deze auteur