Lopende zaken 2020

Verhaal / 02.09.20

Kleine Grape

Pomegranates

Sinds klimaatactivist Pomegranates weet dat zijn partner zwanger is schrijft hij hun ongeboren kind iedere week een brief. Over de wereld, het klimaat, de crises, en over Mama en Papa. Dit is brief 8.

Vere van der Veen

Er zijn schrijvers die zeggen dat schrijven als vanzelf gaat, die zeggen dat de woorden er uit stromen, als een kraan die open staat. Kleine Grape, voor Papa gaat deze vergelijking niet op. Je mag best weten dat ik het schrijven af en toe verdomde lastig vind. Ik wilde je namelijk schrijven over het schooltje dat aan de andere kant van het raam gebouwd wordt, het schooltje waar jij op een dag je eerste rekensommetjes zult maken, waar jij zult leren wat pesten is. Ik wilde je schrijven over het gebouw dat er eerst stond, hoe het heel lang leeg heeft gestaan en er vleermuizen in waren gekropen en de mannen die het nieuwe schooltje gingen bouwen daar niet blij mee waren omdat ze nog niet met de sloop van het oude gebouw mochten beginnen. Ik wilde je schrijven dat op het moment dat jij in Mama’s buik kroop de vergunning na maanden gesteggel in orde was en de sloop begon. Ik dacht een vergelijking te maken tussen jouw ontwikkeling in Mama’s buik en de bouw van het schooltje aan de andere kant van het raam. Ik bedacht me hoe jullie tegelijkertijd zouden groeien en beide in september opgeleverd zouden worden, precies op tijd voor het nieuwe schooljaar. Ik had een hele theorie over nature en nurture, waarbij jij in de buik het ene deel voor je rekening nam en de school aan de andere kant van het raam het andere deel. Ik dacht na over het feit dat je straks verplicht bent naar school te gaan en hoe gek het eigenlijk is dat anderen voor jou hebben besloten dat jij naar school moet, of je dat nu wilt of niet, of Mama en Papa dat nu willen of niet. Ik realiseerde me dat maar weinig mensen vragen stellen bij deze leerplicht, terwijl die scholen aan de basis liggen van wat we de maatschappij noemen, de maatschappij die er ook voor zorgt dat die bijtjes en vliegjes het zo moeilijk hebben. Ik bedacht me dat ouders het waarschijnlijk makkelijk vinden als hun kinderen naar school gaan, dan kunnen ze zelf brieven schrijven of schooltjes bouwen of journalisten opblazen. Ik bedacht me hoe je daar leert socialiseren, hoe je leert je te gedragen in een groep, zodat je braaf zult zijn en later als je groot bent bij kunt dragen aan de maatschappij die jou verplichtte naar school te gaan. Ik wilde je schrijven over hoe jij dan op jouw beurt jouw kinderen naar schooltjes stuurt, zodat ook zij hun bijdrage kunnen leveren aan diezelfde maatschappij die er nog steeds voor zorgt dat die bijtjes en vliegjes het zo moeilijk hebben. Ik wilde je schrijven, maar ik realiseerde me dat ik over al deze zaken nog niet goed genoeg na had gedacht. Ik realiseerde me dat ik van het concept deschooling, het ontleren van de dingen die we hebben geleerd, nog niet genoeg wist, terwijl ik me tegelijk besefte dat ik het een fascinerend concept vind en iets in me zegt dat het meer aandacht verdient dan dat het krijgt. Wat dat dan precies is en hoe dat te realiseren of waar dat te vinden wist ik niet. En ik parkeerde deschooling in het fietsenrek. Wat ik echter deed was kijken naar de mannen aan de andere kant van het raam, de bouwvakkers die, net zo oud als Papa, met hun sigaretten en hun capuchons in de regen stonden. Ik keek naar de mannen die terwijl Mama en Papa nog lagen te slapen ergens in het land een wekker hoorden gaan, een half brood met pindakaas besmeerden en in hun auto’s twee keer groter dan de gemiddelde auto naar de andere kant van ons raam reden. Terwijl ik koffie zette en de slaap uit mijn ogen wreef vroeg ik me af of ik deze werkmannen een kopje koffie aan zou bieden. Ik schonk mezelf een kop in en ik zag hoe ze met hun nog veel grote graafmachines het schooltje omver duwden en in kleine stukjes op een hoop smeten. Met gigantische grijpers trokken ze ijzeren h-balken als takjes uit het dak en vouwden deze op elkaar alsof ze een vuurtje maakten. Terwijl de zon dit stukje aarde nog niet had bereikt legden ze het hout bij het hout, het ijzer bij het ijzer, het steen bij het steen en vulden ze de ene na de andere bak zo groot als vrachtwagens. Ik vroeg me af waar die bakken naartoe gingen en dacht aan een Engelstalige environmentalist die de westerse maatschappij met het toilet had vergeleken: een druk op de knop en de shit is weg, terwijl ergens anders iemand of iets met jouw stront opgescheept zitten. Ondertussen zag ik hoe de mannen een boom uitkozen en daar iedere ochtend tegenaan piesten. Op de dag dat hun plastic toilet verscheen zag ik hoe ze diezelfde boom uit de grond rukten, andermaal als was het een takje. Met verwondering keek ik naar de omliggende flats die hier nu al langer staan dan Mama en Papa oud zijn. Terwijl de graafmachines voor ons raam voorbij reden bedacht ik me hoe jij straks met vergelijkbare graafmachines zult spelen, alleen dan aan deze kant van het raam en op het tapijt. Het landschap werd iedere dag een ander landschap. Op de plek waar het gebouw had gestaan ontstonden een enorm plas en het verbaasde me hoe snel het grondwater zichtbaar was geworden. Nu het stuk grond zo’n mooi en leeg stuk grond was, als was er nooit iets anders geweest, fantaseerde ik wat we met deze grond zouden kunnen doen, of wat de grond met de grond zou kunnen doen. In mijn verbeelding zag ik de zaadjes door vogels uitgepoept in de modder vallen en gigantische bomen worden. Er ontstond een bos waar jij en ik ons in verstoppen konden, als we genoeg hadden van de wereld, of van elkaar. Ik droomde over paddenstoelen en ondergrondse netwerken en dacht na over de taal die bomen spreken en wat wij daarvan kunnen leren. Ik keek naar de regendruppels die tussen de bomen door in de grondwaterplassen vielen. Ik zag een Stalker-achtig landschap vol mos en water en omgevallen bomen en wegschietende vossen en ik hoorde vogels en vogels en nog meer vogels. Ik keek daar naar en ik keek daar naar, tot het gepiep van een achteruitrijdende vrachtwagen door het raam priemde en ik terug in bed kroop. Daar droomde ik verder, terwijl andere mannen met andere capuchons en andere sigaretten jouw schooltje begonnen te bouwen. Het schooltje waar jij straks verplicht naartoe moet, kleine Grape, terwijl Papa verder droomde en zich afvroeg wat hij jou schrijven zou.

Pomegranates is klimaatactivist.

Meer van deze auteur