Poëzie (& ingesproken) / 19.11.24
gedicht
Dossier
&2024
Poëzie / 10.06.24
Voorpublicatie de verwerping van het stilzitten
Ter gelegenheid van de uitreiking van de Sybren Poletprijs voor het oeuvre van Lidy van Marissing, publiceert DIG een viertal gedichten uit haar nieuwe bundel de verwerping van het stilzitten die gelijktijdig aan de uitreiking op 19 juni in De Brakke Grond zal verschijnen bij Uitgeverij het balanseer.
sprekers, zwijgers
de plooibaarheid van een gezicht
niet te zien is of de woorden uit die mond
passen op de dingen die men denkt aan te duiden
taal die half spreekt, half zwijgt, heen
en weer schommelend daartussen, ‘drukte van
jewelste, gesmak, al die geluiden’ – ‘betekenissen
moet je steeds loskloppen’ – ‘luister, ze
wiegen, ze worden als de woorden
door elkaar geschud door onzichtbare handen’
sommige dingen gaan stuk als je
ze uit elkaar haalt, ‘ik
weet van niks’, de plooibaarheid van stem
hoor je
wie het laatste woord wil hebben doet het
licht uit, de laatste regel
doet de deur dicht
posities verschuiven en blijven verschuiven
als zij niet net ergens vandaan komt gaat
zij er wel net naartoe
weer later is ze toch een eind
op weg, vaders hoed in lucht
gegooid, in berm laten liggen
alsof ze maar wat doet
lijkt het? ho, ho, pas op
hoofd vol zinnen
die ze nu gaat zeggen, schor en korzelig
buiten aan tafel naast pijnboom, tussen
twee zinnen is de hemel
betrokken, tussen ene en andere zin licht
bewolkt geraakt
(op scherm is gladde kop te zien die
mompelt, draait, dan wel dertig tellen zwijgt
dus liegt? ho, ho, pas op)
deze nazomernamiddag ook zo’n vlecht van
(on)voorstelbare verknopingen
af en toe staat iemand op om
in het water te springen
ook dit hier
ook dit hier
een plek waar buitenwereld is
binnengedrongen, iemand probeert dan de stromen
te overzien, vanuit welk gezichtspunt?
‘waar ze hun prooien vangen daar
blijven ze’ – hij lacht
met zijn hele krullenhoofd maar zij
alleen met mondhoeken, bovenlip
steeds meer gezichten schuiven over
elkaar heen, delen van gevlekte
figuren lopen in elkaar door, rinkelen en barsten
zakt vloekende kop van man in water
weg, naar diepten getrokken, gezogen
springt vrouw uit haar stoel, haar stoel achter
zich omver-
smijtend, luidkeels te laat
houtskool
sporen van wat ergens
is gebeurd; dagresten, gezichten
die je hebt gezien (de ogen als
de monden open of dicht), gezichten die
je nog hoort praten; ‘iets houdt niet op
als het voorbij is’; levens bij elkaar
gehouden door draden met losse eindjes of
in vegen van
houtskool; ‘in verschietende schaduw valt
geen gezicht toch te ontdekken?’; geluiden die
binnensmonds zich oprollen om
buitengaats zich te rekken en te rekken terwijl
hij praat
met ogen dicht terwijl
zij trommelt op tafel
Poëzie (& ingesproken) / 19.11.24
Dossier
&2024
Poëzie / 16.11.24
Dossier
&2024
Poëzie (& ingesproken) / 10.11.24
Dossier
&2024
Poëzie / 16.10.24
Dossier
&2024
Verhaal / 26.09.24
Dossier
&2024
Essay / 11.09.24
Dossier
&2024
Beeld & Poëzie / 14.06.24
Dossier
&2024
Poëzie (& ingesproken) / 10.09.24
Dossier
&2024
Memoir / 10.09.24
Dossier
&2024
Beeldessay / 01.09.24
Dossier
&2024
Poëzie / 10.06.24
Dossier
&2024
Poëzie / 01.06.24
Dossier
&2024
Essay / 18.05.24
Dossier
&2024
Poëzie (& ingesproken) / 13.05.24
Dossier
&2024
Poëzie (& ingesproken) / 07.05.24
Dossier
&2024
Essay / 03.05.24
Dossier
&2024
Essay / 01.05.24
Dossier
&2024
Poëzie (& ingesproken) / 18.04.24
Dossier
&2024
Poëzie (& ingesproken) / 17.04.24
Dossier
&2024
Poëzie (& ingesproken) / 27.03.24
Dossier
&2024
Verhaal / 26.03.24
Dossier
&2024
Brieven / 12.03.24
Dossier
&2024
Essay / 14.02.24
Dossier
&2024